|
Beeldbeschrijving: vrouw met
loshangend haar en een mondain hoofddeksel die vroom en
bescheiden voor zich uit kijkt.
Mara Magdalena die door Jezus werd genezen van 'zeven
duivels' was één van de vrouwen die hem in Galilea volgen
en dienden (Lucas: 8,1-2 Marcus: 16,8). Deze Maria was
getuige van zijn kruisiging en trof met de twee andere Maria's het lege graf aan na de verrijzenis. Volgens Markus
(16,9) was Maria Magdalena de eerste aan wie de verrezen
Christus verscheen waar Johannes (10,11-18) nog aan
toevoegt dat de Heer haar een boodschap gaf voor de
apostelen. Elders in het Nieuwe Testament komt nog een niet
bij naam genoemde zondares voor (Lukas: 7,37) en Maria van Bethanië de zuster van Lazarus en Martha (Lukas: 10,38-42).
De westerse kerk beschouwt sinds Augustinus en Gregorius de
Grote deze drie vrouwen als één en dezelfde persoon.
De latere in de twaalfde eeuw gevormde legende verhaalt dat
Maria Magdalena na Christus' dood naar de Provence trok en
daar dertig jaar als kluizenares leefde. Ze zou te
Saint-Baume zijn begraven. |