De Kerststal van 200 7 |
Fotoreportage |
|
|
De
levensechte kerststal in de Sint-Jan is dit jaar (2007) voor de
30ste
keer opgebouwd. Aan het project werken ruim dertig vrijwilligers.
Sjef Moll (56) is de coördinator. Hij heeft dit jaar de kerststal
ontworpen en is uitgegaan van de eenvoud. Enerzijds speelt het dit
jaar gekozen centrale
thema Druiven en wijnranken nemen een prominente plek in bij de
kerststal. Helemaal in lijn met het thema van dit jaar: Plebaan
Geertjan van Rossem koos daarvoor de bijbelpassage Johannes
15:5: 'Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft
gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt
gij niets doen.' Aan de opbouw van de kerststal is weken lang
gewerkt door vrijwilligers. Sjef Moll wil dat de bezoekers hun
eigen invulling geven bij de kerststal. ‘Wat de één mooi vindt,
is voor de ander niet bijzonder’.
Ik ben de wijnstok, zegt Jezus, Jullie zijn
de ranken.
Toen God de
aarde schiep, had hij een mooie tuin voor ogen. Daar was het voor de mensen
goed toeven. Een bloeiende tuin, waar allerlei smakelijke vruchten zouden
groeien en waar vooral ook de mensen zelf zouden opbloeien. De mensen zouden
voor God en elkaar vruchten voortbrengen van goedheid en liefde, wijsheid en
vrede, schoonheid en duurzaamheid. Van dit alles waren de druiven
en de
|
wijngaard het symbool. Want
druiven zijn niet alleen een mooie
vrucht van
de
natuur, maar ook is er de inzet van mensen voor nodig om de
kwaliteit van die druiven te verbeteren door wijngaarden aan te
leggen. Bovendien ontdekten de mensen dat ze van druiven wijn konden maken:
een krachtige en feestelijke drank.
Toch ging er iets mis op de
aarde. Vooral de mensen zelf waren niet zo liefdevol, wijs en
vredelievend zoals God ze bedoeld had. Ze brachten in hun leven
zure vruchten voort van haat en liefdeloosheid, hardheid en
egoďsme, oorlog en dood, verdeeldheid en wantrouwen, lelijkheid
en leugen. De Schepper kon dit alles niet op zijn beloop laten.
Om te zorgen dat er op aarde weer goede vruchten onder de mensen
konden groeien, was het nodig dat Hij zijn eigen liefde en
levenskracht onder ons ging planten. Daartoe zond Hij zijn Zoon
naar de aarde, zoals we met Kerstmis vieren.
Doordat Gods Zoon een mens
werd zoals wij, heeft Hij deel uitgemaakt van onze wereld en
onze geschiedenis. Hij heeft zijn wortels in onze aarde geplant
en is voor
ons een boom geworden, waarvan wij de takken mogen zijn. “Ik ben
de wijnstok”, zegt Jezus , ”Jullie zijn de takken, de ranken”
(Joh 15,5). Wanneer we met Hem verbonden blijven, zoals takken
aan de boom, krijgen we via Hem de levenssappen
van Gods liefde, wijsheid en kracht en kunnen we als
mensen volop goede vruchten voortbrengen. Maar los van Hem zijn we
niet geworteld in Gods liefde en levenskracht, en zullen we slechts
vergankelijke en uiteindelijk zure vruchten voortbrengen.
Sinds Jezus Christus met
Kerstmis is gekomen, kunnen we van de aarde weer een bloeiende
tuin maken, waar Gods liefde onder ons woont. Zo is Kerstmis een
uitnodiging aan alle mensen om zich, net als de Herders van
Bethlehem, aan te sluiten bij het Kerstkind. Wie zich
met Jezus Christus verbindt, staat weer in contact met de levensbron van Gods en
kan in zijn leven vruchten voortbrengen van liefde en vreugde,
vrede en saamhorigheid.
Daarom zegt een oud
kerstlied:
Ondanks winter, sneeuw en
ijs bloeien alle bomen
Want het aardse paradijs is
vannacht gekomen
Elke vogel zingt zijn lied,
Herders waarom danst gij
niet?
Laat de citers slaan;
blaast uw fluiten aan;
Laat de bel, laat de trom,
laat de beltrom horen:
Christus is geboren! |
Fotoreportage |
|
|