Noorderportaal 12. Ester
Rechts naast Ahasveros is op een kraagsteen de
naar de koning knielende Esther uitgebeeld. Esther was de tweede vrouw van
Ahasveros en van Joodse afkomst, hetgeen ze verzweeg voor haar huwelijk met
de koning. Via een list voorkwam ze de vernietiging van het Joodse volk door
het Perzische leger. Net zoals Abigaïl, die pendantief in het timpaan is
aangebracht, wordt Esther beschouwd als een prefiguratie van Maria, hetgeen
de aanwezigheid van deze vrouwen in het aan Maria gewijde portaal verklaart.
Voorstellingen als „Esther knielend voor Ahasveros?, en „Abigaïl bij David?
zijn geheel in overeenstemming met de traditionele typologie van de
vijftiende en zestiende eeuw en komen veelvuldig voor als
Bijbelillustraties. Het beeld van Esther is het enige dat niet op een troon
is gezeten; zij knielt analoog aan het boek in de richting van de koning.
Esther heeft lange, gevlochten haren en draagt een kroon. Ze draagt een rijk
versierde jurk met wijde mouwen en houdt haar handen voor zich gevouwen. Van
onder de mantel kruipt aan de achterzijde een hondje tevoorschijn. Het
originele beeld was, op het hoofd na, goed bewaard gebleven en het lijkt ook
bij het hakken van het huidige beeld nauwkeurig gevolgd te zijn. De
gebroeders Donkers tekenen zelfs de versiering op de mouw van de jurk; ook
deze is in het huidige beeld overgenomen. Er is geen gipsmodel van het
gehele beeld bewaard gebleven; het is mogelijk ook nooit gemaakt. Aangezien
er slechts een gipsen ontwerpmodel voor het ontbrekende hoofd werd gemaakt,
stond in 1860 waarschijnlijk het verder goed bewaard gebleven origineel
model voor het nieuw te hakken beeld. Het ontwerpmodel voor het hoofd is in
de bouwloods bewaard gebleven. Het gehele ontwerp voor het beeld is getekend
op een blad met meerdere onderdelen van het portaal, in 1860 door Lambert
Hezenmans. |