Zuiderportaal 7.  Maria met kind

        

        

Het beeld toont een zittende of tronende Maria met het Christuskind op schoot. Maria is gekroond weergegeven, draagt een hoofddoek onder de kroon en een mantel om de schouders. Maria houdt met de linker hand het kind en in de andere hand een met een lelie versierde scepter vast. Het Christuskind houdt een wereldbol met kruis in de hand en maakt met de andere hand een zegenend gebaar. Het beeld is geheel een restauratieproduct uit de eerste restauratiecampagne. De keuze om hier een Mariabeeld te plaatsen wordt vanuit iconografisch oogpunt als uiterst ongelukkig gezien. Het misverstand, als zou er een Mariabeeld in de top aanwezig zijn geweest, is mogelijkveroorzaakt door historicus Jan Hezenmans, die in 1866 het Salvatorbeeld in de top beschrijft als:
‘den verlangde der volkeren, die op de armen zijner Moeder de spits inneemt?.
Het misverstand wordt nog versterkt door Pierre Cuypers, die in een van zijn aanbevelingen het volgende stelt:
„Boven den boog van het groot venster is het voetstuk nog aanwezig, waarop het zittend beeld van Maria met het Kind het middenpunt vormt dezer opdracht?.

     

Later, in 1893 toen de top ten behoeve van de restauratie in de steigers stond en de overblijfselen van dichtbij bekeken konden worden, meldt Cuypers, dat de resten van het oude Mariabeeld te weinig duidelijkheid vertonen en dat het beter is, voor een nieuwe Heilige Maagd met Kind een fraai middeleeuws voorbeeld tot model te nemen. Als er al resten van een beeld waren in deze nis, dan zijn ze uiterst gering geweest; op alle beschikbare foto’s en tekeningen van voor de restauratie is duidelijk een lege nis te zien. Ook de tekening van Van Beerstraten (circa 1665) lijkt de plek al leeg, al is dit niet goed zichtbaar. Het is aannemelijk dat hier, gezien de samenhang van de beelden in de top, het beeld stond van Johannes Evangelist, die eveneens getuige was van de transfiguratie op Thabor. De nis lijkt in de huidige situatie echter niet geschikt voor een staande figuur, maar wel voor een zittende figuur, zoals de nu geplaatste tronende Maria. Aan de hand van de in verhouding getekende schets van de gebroeders Donkers is op te maken dat het voetstuk onder het Mariabeeld bij de eerste restauratie met circa 40-50 centimeter is opgehoogd, waardoor een zittend beeld beter in de nis past. In de oorspronkelijke situatie was de nis even groot als de twee aangrenzende nissen, waar staande figuren een plek kregen. In de oorspronkelijke situatie kon een staand Johannesbeeld dus gemakkelijk geplaatst zijn geweest.