Zuiderportaal 26. In poot bijtend monster

               

        

Onder de console is een vervaarlijk kijkend monster met grote oren uitgebeeld. Het beest heeft een gekromde rug en bijt in de eigen poot. Bij de restauratie van 1895-1898 heeft men de originele console gehandhaafd omdat deze erg goed bewaard was gebleven. Bij de restauratie van 1977 is de console vanwege de slechte bewaringstoestand alsnog vervangen door een kopie in Peperino duro. Deze kopie in een veel hardere steensoort steekt lelijk af in de omgeving. Het origineel dat in 1977 werd uitgenomen is in de bouwloods bewaard gebleven.

     

Onder de oostelijke toegangsboog is links onder de kraagsteen een vervaarlijk kijkend monster met grote oren uitgebeeld (B3). De kraagsteen was aanvankelijk zo goed bewaard dat bij de restauratie van 1895-1898 de originele sculptuur gehandhaafd bleef. Bij de restauratie van 1977 is de console vanwege de slechte staat alsnog vervangen door een grove kopie. De originele sculptuur die toen werd uitgenomen, bleef bewaard in de bouwloods. Het benige, magere beest heeft een gekromde rug, lange flaporen en een spitse bek waarmee het in de eigen achterpoot bijt. Typerend zijn de lange geklauwde tenen aan voor- en achterpoten en de lange krullende staart. Hier recht tegenover bevat kraagsteen B4 bevat een monster, hoog op de geklauwde poten, spitse oren en een hoge rug op zettend. Van deze kraagsteen bestaat in de bouwloods een geboetseerd model op halve grootte op een houten plankje, en bovendien een zandstenen exemplaar, gehakt naar dit model. De originele kraagsteen is niet bewaard gebleven, hoewel op een oude foto zichtbaar is dat deze bij aanvang van de restauratie nog wel aanwezig was. Hezenmans maakte in 1896 nog wel een tekening van de originele sculptuur, waaruit is op te maken dat de huidige kraagsteen een getrouwe kopie lijkt te zijn.
Deze twee kwaadaardige monsters zijn gesitueerd aan de toegangsboog, waarachter in de sculptuur boven de deur juist de boosaardige aspecten van de Apocalyps zijn verbeeld.