Louwse Poort
Ook de
Louwse Poort behoorde tot het
terrein van de Zusters van Orthen
zij heette toen Lijckpoort. Al vóór
1250 stond op deze plaats het
Hooghuis van Megen een bezitting
der Graven van Megen. Het huis heeft
nadien nog andere voorname bewoners
gekend onder andere de adellijke
familie Dickbier waaraan oude
fresco's aan de muren der St.
Annakapel in de St. Jan nog
herinneren. In 1652 werd notaris
Pieter de Louw eigenaar en aan hem
dankt de straat haar tegenwoordige
naam.
|
In 1711 was in genoemd huis een
bierbrouwerij gevestigd. In 1794 was
het tijdens het beleg van Pichegru
militair hospitaal. Er werden 89
zieke of gewonde Zwitserse
huursoldaten van het garnizoen
verpleegd. Franse granaten hebben
het huis tweemaal zwaar beschadigd
maar van de zieken liep niemand
enige verwonding op slechts een
vrouw die de soldaten verzorgde
kreeg een houtsplinter in een van
haar benen.
Van Heurn schrijft dat het gebouw in
zijn tijd een geweldige steenhoop
was met aan de straatzijde een hoge
spitse gevel voorzien van meerdere
torentjes. Er oefende toen nog een
bakker zijn bedrijf in uit. In 1800
is alles afgebroken op het terrein
werden winkelhuizen gebouwd. Maar
toen die op hun beurt in 1966
gesloopt werden bleek dat het
Hooghuis in 1800 toch niet helemaal
verdwenen was er kwam onder meer
nog een torentrap voor de dag.
Het bekende 'Pand' achter in de
Louwse Poort waar al meermalen over
geschreven werd is nog een
overblijfsel van het Klooster der
Zusters van Orthen. Afgezien van het
mooi gerestaureerde huis genummerd 2
en 4 is de ingang van de Louwse
Poort tegenwoordig alles behalve een
voorbeeld van
stadsschoon. Daar zou best eens
aandacht aan besteed mogen worden.
|
|