Paradijstraatje
Het Paradijsstraatje is een zijsteegje van de Verwersstraat tussen de
nummers 53 en 55. Volgens Van Dale betekent het paradijs 'De verblijfplaats
van het eerste mensenpaar de hof van Eden'. De 'Dikke' vervolgt (figuurlijk)
'Een verblijfplaats van uitzonderlijke bekoorlijkheid en lieflijkheid'.
|
Volgens het woordenboek heeft
'paradijs' bouwkundig nog de
betekenis van een voorportaal of van
een hof voor of opzij van een kerk
soms kerkhof. Verder is een paradijs
het synoniem van een engelenbak de
bovenste rij zitplaatsen de hoogste
en goedkoopste rang in een
schouwburg. In veldnamen komt
Paradijs (naast Hemel en Hemelrijk)
wel eens voor als naam van een
bijzonder vruchtbaar perceel of
juist ironisch bedoeld van uitermate
slechte grond (M. Schönfeld,
Veldnamen in Nederland 1950). In
's-Hertogenbosch komt Paradijs als
huisnaam regelmatig voor. Panden aan
de Markt, Schapenmarkt en
Orthenstraat hebben deze naam
gedragen.
Tegenwoordig loopt het
Paradijsstraatje dood op een
voormalig transformatorhuisje dat
gebouwd is op een toog van de
Verwersstroom. Vroeger liep het
Paradijsstraatje nog verder door met
een uitloper naar links. Achter het straatje lag in de middeleeuwen het bogardenklooster (1309 -
1588) in 1613 kochten de jezuïeten het complex en bouwden er hun
jezuïetenklooster later kwam daar het Gouvernementspaleis nu staat het
Noord-Brabants Museum er. Het kan zijn dat de naam Paradijsstraatje gebruikt
is als toepassing van 'voorportaal van een kerk/klooster'.
Bijna aan het einde van het straatje is een zijsteegje dat afgesloten is met
een houten spijlenpoort. Er
|
hangt een particulier
straatnaambordje: H vd
Bouhuysensteeg Geestelijk Vader.
|