Tolburgwijk
Laat
ons een poging wagen iets van de
Tolbrugwijk waarover gemakkelijk
een boek geschreven zou kunnen
worden te vertellen binnen het
bestek van een paar artikelen. In de
buurt van de Tolbrug zie de
illustratie gingen zich spoedig
mensen vestigen. Wij kunnen ons
voorstellen dat er al gauw een of
meer herbergen opgetrokken zullen
zijn en een paar winkeltjes al was
het maar voor de daar tol betalende
merende schippers. En van daar
breidde de wijk zich uit de Lange
Tolbrugstraat door de bewoners
later 'De Straat' genoemd ging zich
uitstrekken van de Marktstraat tot
aan de Kasterenswal. Door het graven
der Zuid-Willemsvaart werd zij in de
vorige eeuw ingekort.
gehouden moesten worden. Het was één
groot gezin maar dat was de hele
Pijp eigenlijk ook. En het was de
parochie van pastoor de Kroon de
vertrouwensman van iedereen hij was
hun goede herder. Alles wat hij had
gaf hij weg waar dat nodig was zó
dat hijzelf dikwijls tekort kwam hij
was zo arm als de raven. Dat
monument je aan het politiebureau
heeft hij ten volle verdiend men
heeft ook de nieuwe Pastoor de
Kroonstraat naar hem genoemd. Maar
zij die hem gekend hebben vergeten
deze pastoor tóch niet.
Dat
smeuïge gezin van De Pijp ieder
had er zijn bijnaam en de lange
lijst daarvan alleen al geeft een
beeld van dit druk bevolkte
stadsgedeelte met haar vreugden en
verdriet armoe en goedheid en ruwe
romantiek. Veel handelsmensen
woonden er waaronder ook meerdere
joodse families die de laatste
oorlog op treurige wijze hebben
moeten ondergaan. Meerdere
kunstenaars hadden zich in De Pijp
gevestigd. Men trof er ook nogal wat
oud-soldaten van het voormalige Ned.
Oost Indische leger aan. Men noemde
hen wel kwartaalzuipers na drie
maanden armoe ontvingen ze hun
karige pensioen en dan was het even
feest, dan moest dat geld op. Veel
kwam in de herberg terecht maar zelf
hebben wij ook meermalen gezien dat
zo'n oud-koloniaal in een winkeltje
een wittebrood kocht dat in de
lengte open sneed dik met boter
besmeerde en er vervolgens een
hoeveelheid worst of kaas op
deponeerde waaraan een normaal gezin
haast een week genoeg gehad zou
hebben. Na een paar dagen van weelde
was het geld weer op maar geen
nood in De Pijp kwam niemand van
honger om.
verwijdering der
auto's nog altijd geen gezellig
oord. Dat vond de vogel van Sint
Jan het monument dat Mari Andriessen maakte voor burgemeester
Loeff blijkbaar ook.
'De vogel van Sint Jan ter vlucht
gereed' staat er onder meer op zijn
sokkel. Wij vermoeden dat de bouw
van de parkeergarage daar het dier
teveel geworden is. Het heeft zich
toen inderdaad ter vlucht gereed
gemaakt en koos zijn patroon met
zich meevoerend het luchtruim om op
de Parade in de schaduw van de Sint
Jan neer te strijken.
|