Kruisbroedershof en omgeving

  

De Kruisbroedershof en naaste omgeving is een merkwaardige buurt met een geheel eigen sfeer ontstaan door de vestiging der Kruisheren in

's-Hertogenbosch meestal Kruisbroeders genoemd. Die vestiging in de 15de eeuw is wat ongewoon in zijn werk gegaan. In 1309 hadden zich aan de Verwersstraat enige jongemannen gevestigd met de bedoeling gezamenlijk een godvruchtig leven te leiden. Zij noemden zich Bogarden en

kunnen misschien het best getypeerd worden als mannelijke begijnen het waren dan ook geen eigenlijke kloosterlingen. Het Oud Bogardenstraatje in de Verwersstraat herinnert nog aan hun verblijf aldaar. Zij verdienden de kost met weven. In 1439 namen zij de regel en de kleding aan van de Derde orde van St. Franciscus en werden daardoor kloosterlingen. Maar enkele van hun paters en broeders verlangden naar een strengere regel uiteindelijk werden deze laatste opgenomen in de orde der Kruisheren. Zo ontstond het ongewoon verschijnsel van twee kloosterorden in één klooster. Dat kon nooit goed gaan en het ging ook niet goed. Na 1469 hebben de Kruisheren tengevolge van onenigheid het Bogardenklooster verlaten in genoemd jaar werd hen een ruim terrein bij de St. Jorisstraat geschonken. Zij bouwden daar hun kapel en hun klooster. Die kapel bestaat nog altijd het is het hoogkoor der tegenwoordige St. Catharinakerk zo genoemd naar de patrones der oorspronkelijke kloosterkapel. De naam Kruiskerk dankt zij aan die vroegere aanwezigheid der Kruisbroeders. In 1629 moesten deze laatste 's-Hertogenbosch verlaten zij vestigden zich voorlopig in Schijndel. Mét andere kloosterlingen en seculiere geestelijken bleven er ook tegen de strenge plakkaten in enige Kruisbroeders achter om in 't geheim de verboden kerkdiensten te houden. En verder deden zij alles

wat door de allesbehalve roomsgezinde Hoogmogende Heren Staten in Den Haag betiteld werd als 'Paepse Stouticheden'. Ook de Kruisbroeders hebben moedig meegeholpen om het roomse vuur in 's-Hertogenbosch brandend te houden.
           

Evenals de meeste andere kloosters in 's-Hertogenbosch beschikten de Kruisbroeders dankzij de in het vorige artikel vermelde schenking over een grote ruimte. Zij was door drie poorten bereikbaar één aan de Kuipertjeswal en twee aan de beide Kruisbroedersstraatjes. Op dit terrein konden de broeders in 1470 hun klooster en kerkje betrekken. Het ten oosten van de kerk gelegen klooster was niet rijk maar het geestelijk leven werd er ijverig beoefend. Men wijdde zich ook aan de studie verder schreven de broeders boeken over, dat was in die oude tijden een echte monnikenbezigheid. Tussen de gebouwen en de Vughterstraat bevond zich het kerkhof later zou hier de tuin van de bloemisterij Verhoeven komen. Maar de oude toegang tot dit kerkhof bleef bewaard een ijzeren hek tussen twee opgemetselde stenen posten. Op de bovenkant van de linkerpost was uitgehouwen 'Gedenk' en op de rechter 'De Dood'. Nu is deze toegang, op de linker post na verdwenen. Intussen hadden de Kruisbroeders hun kerkhof aan de andere zijde der kerk uitgebreid. De grote bleek die achter de Kuipertjeswal aan de daarlangs lopende Dieze-arm lag behoorde eveneens tot het eigendom der broeders. Er was ook een nog altijd aanwijsbaar washuis bij met een woning.
De Bossche vestingmuren hadden meerdere verdedigingstorens de Kuipertjeswal kende er ook een die droeg de naam Kruisbroederstoren de kloosterlingen keken er dagelijks tegenaan. In de buurt daarvan lag ook hun waterput waarvan een overblijfsel werd gevonden bij de vernieuwing van het Kruisbroedershof in 1972. Nog een andere Dieze-arm doorkruiste hun terrein die kwam bij de Kruisbroedershekel op de hoek Parklaan-Spinhuiswal de stad binnen en liep onder hun kapel door. De kapel werd later vergroot en is parochiekerk geworden. Maar het klooster zelf was ook niet klein in de achterbouw van het voormalige Huize St. Jan Baptist in de St. Jorisstraat zijn nog ruimten aanwezig die eens tot het Kruisbroedersklooster behoord hebben. Ook een steunbeer van de vroegere over de Diest gebouwde kapel (nu het hoogkoor van de Kruiskerk) is hier aanwijsbaar. En dat zijn dan de bouwkundige sporen die de na 1629 uit 's-Hertogenbosch verdwenen Kruisbroeders hebben achtergelaten.

         

De namen van de Kruisbroedersstraatjes en het hof zijn voldoende duidelijk wat hun ontstaan betreft De Kuipertjeswal dankt mogelijk zijn naam aan een kuiper die aan deze wal gewoond zou kunnen hebben in 1866 waren er nog 13 kuipers in de stad gevestigd. In de voorgevel van een later afgebroken huis bevond zich een eerste steenKuipers 8 mei 1855 stond er op. Toen Napoleon in 1811 de Burgerlijke stand invoerde was iedereen verplicht een familienaam te kiezen de meeste mensen hadden nog geen achternaam. Velen kozen toen hun ambacht waar naar ze toch allang genoemd werden Timmermans, Schippers, Smits, de Bakker, enz. Misschien was de 'Kuipers' van de eerste steen wel een nakomeling van een kuiper die in deze straat in 1811 zijn ambacht uitoefende.

Behalve de vermelde straatnamen lieten de Kruisbroeders bij hun vertrek ook nog iets tastbaars achter hun klooster en de kerk die in 1569 parochiekerk was geworden. De verwoesting ontstaan tijdens de Beeldenstorm van 1566 zal toen wel hersteld geweest zijn. Een gedenksteen in de kerk herinnert aan de vergroting van 1601 waar Grobbendonck nog aan te pas gekomen is. Overigens zijn er nog meer gedenkstenen van verbouwingen aanwezig o.m. die van de vernieuwing door Jan Stuijt in 1916, toen de kerk haar tegenwoordige uiterlijk kreeg. Na 1650 kwam de kerk aan de Hervormden, toen was juist de tijdens de belegering van

's-Hertogenbosch opgelopen schade hersteld. Maar zij moesten de kerk weer verlaten toen in 1794 Pichegru de stad veroverd had die maakte er een bakkerij van voor de Franse soldaten. Later heeft Napoleon de St. Cathrien tegelijk met de St. Jan aan de Katholieken terug gegeven. Naast vele andere bezienswaardigheden bezit de kerk nog altijd een aantal mooie grafzerken. Wat het klooster betreft dat werd in 1682 militaire gevangenis was dat in 1748 nog steeds maar speciaal voor deserteurs. In 1801 werden de kloostergebouwen verkocht zij zijn later grotendeels gesloopt. Na 1629 was op het terrein een militaire manege gebouwd die is nog lang blijven bestaan al werd zij later dan ook een stal voor legerpaarden. In onze jeugd toen

wij zo omstreeks 1910 misdienaar waren in de Kruiskerk onder de oude maar geestige 'pastoor van Welie hebben wij de soldaten meermalen bezig gezien met het wassen of roskammen der paarden. Nadien is het kloosterterrein grondig veranderd de manege verdween evenals de door de familie Tilman gebouwde woningen die vervangen werden door meer moderne huizen met voortuintjes. Op de hoek Kruisbroedershof-Spinhuiswal verrees een Burgerschool. In 1877 namen de fraters in dit gebouw de zorg voor de Armenschool op zich nu staat er de pastorie van de Kruiskerk. In 1953 kwam er een nieuwe school voor jongens aan de overkant ook geleid door de fraters die zich later terugtrokken. Veel is er in deze oude wijk veranderd maar in 1971-'72 vond een renovatie plaats en wij mogen vaststellen dat het Kruisbroedershof met omgeving ondanks nieuwbouw en afschutting hier en daar weer een zeer aanvaardbare buurt geworden is met nog altijd iets van die oude eigen sfeer.

    

EersteVorige95969899VolgendeLaatste