Al in
1645 was men van plan om, ter
bevordering van de toen belangrijke
handel op Luik een kanaal te graven
en wel van Maaseik tot
's-Hertogenbosch.
Dat is toen niet doorgegaan en het
zou tot 1822 duren voor er aan het
graven van de Zuid-Willemsvaart
begonnen zou worden. Koning Willem I
was in het kader van zijn
welvaartspolitiek de grote promotor
geweest. In 's-Hertogenbosch was
niet iedereen het met dat plan
|
eens
men vreesde dat schade toegebracht
zou worden aan de functie en de
voordelen van overlaadplaats van de
stad. Dat was toen heel belangrijk
en de tegenstrevers hebben gelijk
gekregen. Maar men begon te graven
en daarvoor moesten eerst heel wat
huizen worden afgebroken. Diverse
straten die tot aan de Aa liepen
werden ingekort. Dat waren de Lange Tolburgstraat de 2de Nieuwstraat
zoals de St. Josephstraat toen
genoemd werd de Schilderstraat en
nog een aantal kleinere straatjes.
In 1826 kwam het kanaal met de
daarbij behorende sluizen en bruggen
klaar en kreeg 's konings naam.
Aan weerszijden ontstond een nieuwe
straatwand voor een gedeelte
woonhuizen en voor en ander deel
fabrieken. De Citadel en het
Kruithuis kwamen nu langs het kanaal
te liggen. Ook de veemarkt nu
Kardinaal van Rossumplein ontstond.
Het nu verdwenen slachthuis waaruit
de oprichtingsgedenksteen van 2 mei
1910 spoorloos is kreeg een plaats.
Het nu gesloopte Gezellenhuis van St. Jacob kwam aan de
Zuid-Willemsvaart te staan evenals
het bejaardentehuis 'Rustoord'
waaruit bij de sloop de gedenksteen
die de dank vertolkte van hen die er
bij de bevrijding in oktober 1944
een veilig onderkomen vonden
eveneens verdwenen is.
Wij bezitten een te lange lijst van
gedenkstenen huistekens
|
beelden en zo meer die in de loop
van de tijd verdwenen zijn het
schijnt dat
niemand daar ooit op let. Omstreeks
het midden der vorige eeuw heeft het
kanaal ook drie scheepswerven
gekend. Er vestigden zich
stoombootondernemingen voor
passagiers- en goederenvervoer ook
waren er een paar sleepbootdiensten.
In hoofdzaak bij Sluis 0 kwamen
voorzieningwinkels voor de
schippers.
De stoomtram vond zijn weg langs het
kanaal dat intussen ook nog een paar
geheimen verbergt. De fundamenten
van een der bastions van de Citadel
verdwenen bij de kanaalaanleg onder
water. En in de buurt van de
Schilderstraat worden nog altijd de
grondvesten overspoeld van de kerk
van het uit 1425 daterende Rijke en
Arme Fratershuis. Hiervan zijn nog
meerdere resten aanwezig.
Niettegenstaande alle berichten en
voorspellingen werd de
Zuid-Willemsvaart in het jaar 1980
niet gedempt. Het Spaanse schip met
Sint Nicolaas aan boord zal dus
voorlopig nog langs 'de knaal' zoals
het water in Den Bosch genoemd
wordt kunnen aanleggen.
Na de Vrede van Keulen (1579) had
's-Hertogenbosch een stapelmarkt van
ossen en ander vee verkregen.
Voorheen was dit een voorrecht van
Lier. Lier keert echter terug onder
Spaans gezag. Het Bossche
stadsbestuur probeert op alle
manieren deze stapelmarkt voor haar
stad te behouden. En met succes.
Zowel 's-Hertogenbosch als Lier
mogen een stapelmarkt voor ossen en
ander vee bezitten. Op 7 maart 1587
bevestigt Koning Filips II dit
privilege en breidt het uit er mag
voortaan wekelijks een beestenmarkt
worden gehouden. Voor eeuwig zonder
dat dit ooit te herroepen is. Hoe
anders kan het gaan in juni 2001
wordt de Bossche veemarkt n.a.v. de
gekke koeienziekte definitief
gesloten. Op de foto wordt het vee
getransporteerd in schepen over de
Zuid-Wilemsvaart.