De doopvont uit 1492 is vervaardigd door een Maastrichtse edelsmidkunstenaar Aert van Tricht. Het wordt gedragen door zes gebrekkige die de mensheid symboliseren in afwachting van de goddelijke genade. Direct op het deksel is de doop van Jezus afgebeeld. Eveneens bijzonder is het door de Antwerpse school vervaardigde vijftiende-eeuwse altaarstuk. Het bestaat uit gebeeldhouwde en geschilderde taferelen die handelen over het lijdensverhaal. De dragers van de kuip symboliseren het deel van de mensheid dat nog wacht op de verlossing door de Goddelijke genade. Ook in de opbouw van het deksel speelt de christelijke symboliek een belangrijke rol. Centrale voorstelling daarbij is de doop van Christus in de Jordaan. Dit is een verwijzing naar de betekenis die het doopsel heeft voor iedere gelovige als begin van zijn leven als christen. Hoger staan de beelden van heiligen die de dopelingen onder hun bescherming nemen: Sint-Jan de Evangelist, Maria en Sint Lambertus. Met een weelderig versierde hefkraan kan het zware deksel van de doopvont worden gelicht.