Hier heb je de wandelroute
beschrijving van binnenstad Uilenburg - Vughterstraat vertrekpunt is
Visstraat ter hoogte van de Lepelstraat.
Ga
richting de Hooge Steenweg bij de Kruisstraat rechtsaf.
Hoe komt de Kruisstraat aan haar naam? Met zekerheid kan daar niets van
gezegd
worden. Wij vermoeden dat de kruising bij de Korenbrugstraat en het
Eerste Korenstraatje deze naam heeft doen ontstaan. Hier kan nog bij verteld
worden dat men het gedeelte tussen Korenbrugstraat en Vistraat vroeger de
Korte Kruisstraat noemde.
Einde van de Kruisstraat links aanhouden de Snellestraat in.
Oorspronkelijk had de Snellestraat geen naam, tenminste niet officieel. Zij
lag achter
het Minderbroedersklooster en daarom doopten de Bosschenaren haar
'Achter de Brueren'. N afbraak van het klooster werd ter plaatse 'Het
Geweldiger' gebouwd, dat was een militaire gevangenis. Die nam een groot
gedeelte van de straat in beslag. Daarom ging men dit gedeelte dat van de
latere Minderbroedersstraat tot aan de Diest liep, 'Het Geweldiger' noemen.
Vanaf de Minderbroedersstraat tot aan de Vughterstraat was de naam in 1611
'De Koffermekersstraat'. De naam Snellestraat ontstond eerst in de 2e helft
van de 17e eeuw en is te danken aan een daar staand huis dat 'De Drie
Snellekens' genoemd werd. Een snel was in oude tijden de naam van een
drinkbeker.
Tweede straat rechts de Stoofstraat in en slaan aan het einde de rechtsaf de
Postelstraat in.
De Stoofstraat dankt haar naam aan de badhuizen die in oude tijden in deze
straat
gevestigd waren. Men noemde zo'n huis toen 'stove'; zij stonden niet
zo goed bekend. In
de Postelstraat een der vele gasthuisjes die Den Bosch vroeger rijk was. Het
was in 1443 opgericht door Margriet Spijkers die begijn was op het Klein
Begijnhof, waaraan het Begijnestraatje nog herinnert. Dit gasthuisje dat uit
twee woninkjes bestond herbergde 'vier godvruchtige vrouwen van een eerbare
conversatie en goede levenswandel'. Het was volgens de geschiedschrijver
gevestigd 'in een gangetje aan de Postelstraat'.
Eerste straat links de Uilenburgstraatje in en op het einde van de straat
links de uilenburg in.
Wijk gelegen aan de westzijde buiten de oudste stadskern. Kwam bij de aanleg
van de
tweede stadmuur in 1383 binnen de omwalling. Er zijn al vroeg grote
stenen huizen gebouwd. Centraal door de wijk stroomt de Vughterstroom
waarlangs een straat loopt. Deze stedebouwkundige situatie kwam verder in de
stad alleen ook voor bij de Marktstroom (Tolbrugkwartier)
Einde van de straat links de Capucijnenpoort in en slaan het einde rechtsaf,
de Postelstraat in.
De Postelstraat, ten onrechte ook wel eens
Apostelstraat genoemd, dankt zijn naam
aan het voormalige Refugiehuis der nog altijd bestaande Abdij van Postel. De
Abdij had in 1258 van een vrijgevig Bosch poorter, Lambertus Sus genaamd,
daar een huis gekregen. Het Oude Waterstraatje, later zou dat
Capucijnenpoort worden, leidde er via een bruggetje over de Diest heen.
Postel was een voorname orde, wat onder meer kan blijken uit het feit dat
meerdere kloosterlingen lid zijn geweest van de Illustere Lieve Vrouwe
Broederschap en dat kon niet iedereen zo maar worden. In 1613 werd een
gedeelte van het huis aan de Capucijnen verkocht en sindsdien draagt het
straatje dan de naam Capucijnenpoort.
Bij de Vughterstraat
rechtsaf waarna ± 150 meter linksaf de Kuipertjeswal in.
Deze straat loopt waar vóór 1400 de stadsmuur lag en op de kruising met de
Vughterstraat stond de Heilig Kruispoort.Toen men de bebouwing langs de
Vughterdijk ging ommuren ontstond het Vughtereind met de Vughterpoort. De
Heilig Kruispoort noemde men toen de Vughterbinnenpoort.
Einde van de straat rechtsaf de Parklaan in, richting bastion Vught.
Resten stadswal met bastion en toren. Voordat
de Binnendieze langs deze laan werd gedempt lagen daarover drie bruggetjes,
de eerste heette het Marggraffbruggetje. Het werd in de oorlog afgebroken,
maar daarna door de fam. v.d. Wielen (laatste stadsboerderij) weer
opgebouwd, de tweede hoorde bij de sigarenfabriek van de Leeuw, de derde
leidde naar het Tilmanshofje.
Bij
bastion Vught rond hotel Chalet Royal richting Westwal.
Zo heette de straat vroeger tot en met wat nu
de Buitenhaven heet, dus de gehele westzijde van de stad. In de
ondergrond zitten nog steeds restanten van de middeleeuwse stadsmuren.
Resten stadswal met toren.
Tweede straat rechtsaf de Katerstraat in en slaan op het einde linksaf de
Vughterstraat in.
De Vughterstraat is pas ontstaan tijdens de eerste uitbreiding der stad die
plaats vond
tussen de jaren 1250 en 1352 ofschoon er voordien al huizen
gestaan moeten hebben.
Tweede straat links de Achter de Boomgaard in en slaan aan het einde
rechtsaf Sint Janssingel in.
Berewouthof,
voormalig kazernegebouw uit 1744. Bestaande uit drie loodrecht op
elkaar
staande vleugels, die een open hof ontsluiten. De gevels van schoon
metselwerk bevatten brede ramen met segmentvormige ontlastingsbogen. Ramen
in gevels aan de binnenhof gedeeltelijk gedekt met strekken. Bakstenen
gootuitkraging. Rechter zijgevel is een gepleisterde tuitgevel met top en
schouderstukken, bakstenen banden en T-schuiframen met segmentvormige
ontlastingsbogen. Linker zijgevel is een tuitgevel met top- en
schouderstukken en vlechtingen van schoon metselwerk. Tegen deze gevel staat
een trappenhuis uit ca 1935. Enkelvormige eiken balklagen. Kap met grenen
dakbalkjutten met schaarspanten met balk. Boven middeningang een hardstenen
gevelsteen met jaartal 1744. Fraai gebouw van eenvoudige doch harmonische
architectuur en van oudheidkundige waarde.
Tweede straat rechts de Walpoort in en slaan aan het einde linksaf
Molenstraat in.(tip!
Rondvaart Binnendieze)
Ruienburg het veelvuldig of regelmatig pellen van koren betekenen en dat
komt ons,
zeker voor deze
buurt, niet zo vreemd voor. Het door de stad benodigde graan werd namelijk
in hoofdzaak door de St. Janspoort binnen gebracht. En meerdere straatnamen
in de buurt vertellen ons dat het hier één echt graancentrum geweest moet
zijn: de beide Korenstraatjes waar veel korenkopers en ook de hoofdman van
hun gilde woonden, de Korenbrug, de Korenbrugstraat en ook de Lepelstraat:
repel was de naam van een middeleeuwse korenmaat. Er was in deze buurt ook
een huis dat 'De Corenberch' heette. En in de Karrenstraat, waar men zijn
wagens stalde en waar in de herbergen veel koren verhandeld werd, droeg een
pand zowaar de naam 'De Hollandsche Rullewagen'. Daarom komt het ons ook
waarschijnlijk voor dat er in deze wijk één of meer graanpellerijen geweest
zijn. Misschien was de watermolen waarvan voor enkele jaren de sporen bij de
Molenstraat gevonden werden, wel een pelmolen zoals die nog altijd in de
provincie Groningen worden aangetroffen.
Einde Molenstraat linksaf de St. Jansstraat in
aan het einde
van de St. Jansstraat rechtsaf de St. Janssingel in en bij de volgende kruispunt
rechtsaf de visstraat naar het beginpunt.
Deze straat is, in de tijd dat
's-Hertogenbosch een spoorlijn kreeg, aangelegd op de
plaats waar tot die tijd (1874) de Vismarkt was. De
Visstraat en, in het verlengde daarvan, de Stationsweg maakten het station
beter bereikbaar.
Diavoorstelling van de wandeling Uilenburg - Vughterstraat
(6:50) |