Sint Jansstraat
|
Al
eeuwenlang is de Sint Jansstraat de
oude, westelijke entree tot de stad.
Hier lag, in de toen veel hogere
stadswal, een stadspoort: de Sint
Janspoort. Deze verleende een
uitgang naar de polder Boschveld en
May, en van daar kon men verder
reizen naar Deuteren en Vlijmen. De
oorspronkelijke, middeleeuwse
stadspoort lag in het verlengde van
de Sint Jansstraat. De Stadsdommel
werd daarbij als vestinggracht
benut. In 1528 werd een nieuwe poort
gebouwd, die niet meer in het
verlengde van de straat lag. Er kon
daardoor niet meer rechtstreeks van
de overzijde van de Dommel dwars
door de stadspoort de stad in
geschoten worden. Deze poort was een
soort tunnel in de stadswal. Aan de
buitenzijde was de poort versierd
met een beeld van Sint-Jan, het
stadswapen en de keizer. Voor de
poort lagen uitgebreide
vestingwerken. Als men de stad
naderde, passeerde men eerst een
doorgang in een enveloppe (een in de
vestinggracht gelegen doorlopende,
aarden beschermingswal). Via een
houten brug kwam men op een halve
maan (dienende als dekking van een
ravelijn). Een tweede brug leidde
naar het ravelijn (dat diende ter
bescherming van de stadspoort). Van
daar kwam men weer over een houten
brug bij de Sint Janspoort. Op het
ravelijn en bij de poort waren
wachthuizen met militairen, die de
toegang tot de stad bewaakten. Dit
was bij alle
|
stadspoorten het geval. Ook op
de bastions en de wallen stonden wachtposten en liepen soldaten patrouilles.
Volgens de reglementen uit 1750 betrokken dagelijks ongeveer 150 soldaten de
wacht.
|