Visstraat en Binnenhaven

  

De haven is gegraven in 1448. Bij de Visstraat mondden er twee Dieze-armen in uit één vanuit de Kruisstraat de andere kwam van de Molenstraat. Toen in 1976 ter plaatse aan parkeerruimte gewerkt werd kwam er dan ook een tweede toog te voorschijn. Vroeger lag de

inmiddels ook daar opgeheven Vismarkt niet aan de Lepelstraat. Zij nam een gedeelte van de Visstraat die er haar naam aan dankt in beslag. Op de hierbij geplaatste tekening is de toenmalige situatie duidelijk te zien de Vismarkt sloot bij de haven aan. Dat daar behalve andere goederen ook veel vis werd aangevoerd kan o.m. blijken uit de namen der huizen in de omgeving 'De Drie Schelvissen', 'De Gekroonde Kreeft', 'De Salm', 'De Gulde Steur' (zie de gevelsteen Visstraat 46) 'De Twee Snoecken' die genoemd worden op de sluitsteen boven de poort van het pand Kruisstraat 37 mooi gerestaureerd door architect Wijnen. Er zijn er nog veel meer bijvoorbeeld 'De Twee Meerminnen' en nu spijt het ons ten zeerste dat zelfs diepgaand speuren niet de wetenschap heeft opgeleverd dat dusdanige bewoonsters der zeeën ooit op onze Vismarkt zijn aangevoerd.
De dubbele trap naar het water in de nabijheid heet 'Mosseltrap'. Dat de visaanvoer per schip geschiedde zal duidelijk zijn als men de namen van weer andere huizen in de buurt kent: 'Het Gorcumsch Schip', ‘t Rotterdamsche Marktschip', 'Het Leidsche Schip' en nog meer.
De haven werd vroeger al Binnenhaven genoemd maar ook 'Mandemakers' een naam die ook gegeven werd aan een straatje dat er op uitkwam er was ook een pakhuis genaamd

'De Mandemaker' en nog een huis dat de naam' 't Mandenmakerskamertje' droeg. Het zal allemaal wel iets te maken gehad hebben met mandemakerij ter plaatse. Aan het begin van de haven die later de namen Brede en Smalle Haven zou krijgen, stond nog in onze jeugd aan de smalle kant het café 'De Drie Linden'. De lindebomen die er vóór stonden zijn evenals het café verdwenen zo ook de rij hoge bomen die vroeger de Handelskade zoals de haven daar genoemd werd sierde.
Het Bokhovenstraatje met de Bokhoventrap naar het water wijst misschien op de bootdienst naar Bokhoven die er ooit geweest is. Overigens heeft dit straatje in de 18de eeuw de naam 'De Wip' gedragen naar de aldus genaamde hijskraan die ter plaatse aan de haven stond. De arbeiders die deze kraan bedienden werden 'kraankinderen' genoemd zij vormden ook een eigen gilde dat uit acht personen bestond. Later zou 'De Wip' verdwijnen er kwam een andere kraan bij de Visstraat.

      
Bij het Bokhovenstraatje staat het bekende huis 'Dit is in Vlijmen' dat zo genoemd werd omdat men vanaf de bovenverdieping Vlijmen kon zien liggen het heeft een mooie gevelsteen.
Ook de haven is een straat met straatjes het Steenstraatje zo genoemd naar een huis op de hoek dat 'De Steenoven' heet Achter de Vergulde Truifel dat zijn naam ook aan een huis dankt. Verder was er De Hemdsmouwen De Kromme Elleboog namen die ons doen vermoeden dat zij iets met loop en vorm van deze straatjes te maken hebben Het sterk hellende Waaigat dat nu voorzien is van gemakkelijke trappen deed zijn naam eer aan, het was vroeger een naargeestig tochtig stukje straat. En dan is er het Werfstraatje dicht bij de Jan Heijnsstraat waar ook nog een stukje Diest onder de Kalkbrug doorstromend in de haven uitmondt. Misschien is er in of nabij dit straatje aan de waterkant evenals dat op de Zuid-Willemsvaart het geval was eens een scheepswerf geweest.

Lang geleden hebben wij in dit straatje nog een andere bijzonderheid waargenomen langs de huizen lagen vele herkenbare fragmenten van grafzerken. Ook in enkele straatjes aan de Orthenstraat lagen die stukken hardsteen of marmer. Hoe kwamen die daar? Wij hebben daar een theorie over. Toen na 1629 de St. Pieterskerk op De Plein moest worden afgebroken bleek dat de autoriteiten haast hadden de burgers kregen slechts een paar dagen de tijd om familiezerken uit de kerk weg te halen die particulier eigendom waren. Nu spreekt het vanzelf dat lang niet iedereen in staat was om dat binnen zo korte tijd klaar te spelen. Het lijkt niet zo onverklaarbaar dat men de niet weggehaalde zerken in stukken gekapt en in naburige onaanzienlijke straatjes heeft gedeponeerd om er van af te zijn.
In oude tijden was de haven bij 'Den Boom' ook waterpoort men kon met een zware boom of balk de toegang tot de haven afsluiten. Bovendien werd de haven ingang geflankeerd door twee hoge verdedigingstorens. Van één daarvan, aan de westzijde is het onderstuk nog altijd aanwezig achter de sluiswachterwoning En nu moeten we ons gemoed even luchten. Er is aan de Brede Haven prachtig gerestaureerd. Het doet je Bossche hart goed en het is een lust voor het oog om eens langs die fraaie gevels te wandelen!

    

EersteVorige67687071VolgendeLaatste