Lepelstraat

  

Net als de Vismarkt herinnert de Lepelstraat aan het handelsverleden van 's-Hertogenbosch. De Lepelstraat dankt zijn naam aan de lepel een middeleeuwse inhoudsmaat voor koren. Verscheidene straatnamen in de omgeving geven aan dat het hier in de Uilenburg onder meer een echt graancentrum was de beide Korenstraatjes (waar veel korenkopers en ook de deken van het gilde van de corencoopers woonden), de Korenbrug, de Korenbrugstraat en de Korenbeurs. Vanuit de Langstraat werd veel koren de stad in gebracht via de nabij gelegen St. Janspoort.

Aan de Lepelstraat en de andere genoemde 'korenstraten' waren korenmarkten en ook in de herbergen in de omgeving werd graan verhandeld.
Ook de naam Uilenburg kan een link met de graanhandel hebben. Hoewel niemand precies weet waar de naam Uilenburg vandaan komt, geeft J.A.M. Roelands een mogelijke verklaring ('Straat in Straat uit'). Uilenburg zou door veelvuldige verbasteringen afkomstig kunnen zijn van de naam Rulenberg. Volgens het Middelnederlands Woordenboek van Verdam betekent rulen of rullen: pellen van graan en berch betekent graanberg. Er was in deze buurt ook een huis dat 'De Corenberch' heette. En aan de Karrenstraat was een pand met de naam 'De Hollandsche Rullewagen'. Bij een onderzoek in de Molenstraat ter hoogte van de huidige opstapplaats van de rondvaarten zijn sporen van een watermolen gevonden. Heel goed mogelijk dat het een pelmolen voor een of meer graanpellerijen is geweest.
Gezien het bovenstaande lijkt het Roelands niet geheel onwaarschijnlijk dat uit de oude betiteling van deze graanbuurt 'Rulenburg' via een reeks van verbasteringen van namen als Hulenborch, Rulenburg, Uulenborch, Uylenborgh, ten slotte de huidige naam 'Uilenburg' is ontstaan.

De westzijde van de Bossche Lepelstraat werd in oktober 1944 bij de bevrijding van de stad zwaar beschadigd. Ondermeer werd de Distilleerderij Pompe en Gebr. Mann onherstelbaar beschadigd zodat nieuwbouw noodzakelijk was. In 1817 180 jaar geleden begon Theodorus Henricus Pompe zijn distilleerderij op de Uilenburg in het pand De Beer. Deze wijk was toen zeer bedrijvig omdat zij direct met de haven verbonden was (de drukke Visstraat liep nog niet door in de richting van het station). Bij de bouw van de distilleerderij werd een Mariabeeld ontdekt dat een plaatsje op de binnenplaats van het bedrijf kreeg. Via een toegangspoort ('de Berenpoort') kon men deze bereiken. Rond het 'eeuwenoude' beeld ontstonden snel allerlei wonderverhalen. Toen in 1866 een hevige cholera-epidemie de stad trof (waarbij 299 doden vielen) verlegden biddende Bosschenaren de route van de Omgang en passeerden voortaan ook het Mariabeeld in de Lepelstraat.
Inmiddels was de distilleerderij sterk uitgebreid. En naast Pompe kwamen ook anderen in de leiding van het bedrijf de koopman Frijhoff, de broers Christiaen en Gottfried Mann en later de families Heymans en Van Meerwijk. Hoewel ook handel gedreven werd onder de naam De Valk heeft de distilleerderij vooral bekendheid genoten als Pompe en Gebr. Mann.
De zware oorlogsverwoestingen bij de strijd rond het station in 1944 hebben ertoe geleid dat de distilleerderij geheel herbouwd moest worden. Dat gebeurde maar er ontstonden twee verschillen met de vooroorlogse situatie de rooilijn was gewijzigd en het Mariabeeld had nu een eigen kapel gekregen in plaats van tegen een blinde muur op de binnenplaats van het bedrijf. Slechts het rechts van de distilleerderij gelegen café van Jo 'de Stip' van Stiphout, Bonne Mère heeft de oude rooilijn toen kunnen handhaven.
Door fusie is de distilleerderij opgegaan in een groter concern. De productie van brandewijn oude en jonge jenever en andere lekkernijen stopte in 's-Hertogenbosch en het pand kwam leeg te staan. Jaren stond het leeg, omdat een bank belangstelling voor deze unieke locatie had: tussen het station en het stadshart in het centrum. Er ontstonden discussies over de vorm waarin het bouwplan gerealiseerd zou moeten worden en tenslotte gaf de gemeente toestemming.
De architecten Tauber uit Alkmaar en Frans van Dillen en Rien Ogier uit Rosmalen ontwierpen in opdracht van Amro-Dura het bankgebouw. Tien jaar geleden in 1987 werd het in gebruik genomen. Opnieuw had ondermeer de rooilijn een forse wijziging ondergaan.
Voor het bankgebouw werd het historische pand gesloopt waarin Bonne Mère gevestigd was en verdween ook het veertig jaar oude Mariakapelletje. Het beeld dat inmiddels reeds eens door vandalen vernield was kreeg tijdelijk in de Visstraat onderdak maar keerde toch weer terug naar de Lepelstraat en naar een nieuwe kapel.

     

EersteVorige68697172VolgendeLaatste