
|
De Bossche wijken
Vinkel
Vinkel - De naam
Vinkel bestaat als geografisch aanduiding al veel en veel langer dan de
parochie. Hij komt namelijk al voor in oorkondes uit 1298 en 1299 waarin
hertog Jan II van Brabant verklaart dat hij aan de inwoners van Geffen en
Nuland gemeenschappelijke gronden in gebruik gaf. Deze gronden lagen tussen
het Rosmalense Maliskamp en het Heessche Zoggel, een gebied dat als "Vinkel"
werd aangeduid. Die naam is veelzeggend: vinkel of fangja is slechte, lichte
turf, maar ook modder. Er groeide heide, en vochtig was het ook. Goed om je
schapen te weiden en brandstof uit te winnen.
Omstreeks 1200 vestigden zich
Wilhelmieter monniken in deze contreien. Zij zijn met de eerste ontginningen
begonnen. Eeuwenlang werd Heesch-Vinkel naar hen Munnekensvinkel genoemd.
Aan de westkant van Vinkel lag het Berlicumse
gehucht Kaathoven. Kaathoven. Quaet of kaat heeft ook weer te maken met
slechte grond.
Omstreeks 1340 lag hier het landgoed van Heer Bock, de Boxhoeve. De
eigenaren daarvan |
|
hadden in de zestiende eeuw het recht een priester aan te wijzen
voor de bediening van de Kaathovens kapel. Deze kapel was toegewijd
aan de heilige Cunera. Tot het landgoed
behoorde ook de hoeve Engelenstede, waarschijnlijk genoemd naar Engel van Volckel,
die rond 1440 de eigenaresse was.
Plaatje. In de negentiende eeuw
werden de ontginningen in Vinkel steeds grootschaliger en nam het
aantal inwoners toe. Er was al een schooltje, gehuisvest in de
Kaathovense kapel, maar een kerk ontbrak nog. Vanuit Heesch-Vinkel
ging men naar de mis in Heesch, vanuit Kaathoven naar Berlicum. De
meeste Vinkelnaars moesten echter naar Nuland. Toenemende
wateroverlast en vooral de overstromingen van begin 1880 maakten
deze voettocht vrijwel onmogelijk.
Om iets aan de geestelijke nood
die daarvan het gevolg was, te doen, stemde de bisschop in met de
stichting van een nieuwe parochie. Vier jaar later was het zover:
Vinkel werd een zelfstandige parochie onder pastoor Petrus Vogels.
Doordat het dorp tot 1994 bestuurlijk onder vijf gemeenten viel, was
de parochie er een veel sterkere bindende factor dan elders. De
pastoor nam er dan ook een nog belangrijker plaats in dan we van
andere plaatsen gewoon zijn. Je kunt wel zeggen dat in Vinkel de
pastoor een tijdlang als het ware de positie van een
dorpsburgemeester ingenomen heeft.
Begon de parochie met ongeveer
450 parochianen, rond 1900 waren dat er al 625. In 1950 was het
eerste duizendtal al ruim overschreden (1.310) en in het midden van
de jaren zestig werd het zielental van 1.500 bereikt. In 2007
woonden er ruim 2.000 mensen in Vinkel. |
|
Foto's
copyright
©
bij groetenuitdenbosch.nl |
|
|