|
|
Oeteldonk
Het Hof der
Amadeiro's |
|
|
Z.K.H. Prins Amadeiro
De belangrijkste hoogwaardigheidsbekleder en koninklijk gebieder is
Prins Carnaval wiens officiële naam en titel luidt: Zijne
Koninklijke Hoogheid Prins Amadeiro Ricosto di Carnavallo, Ridder
van het Reksam, Heer en Meester van Oeteldonk en deszelfs omliggende
watervrije moerassen en zandwoestijnen enz. enz. enz. Tot eind van de negentiende eeuw liep de omgeving van
’s-Hertogenbosch en soms de stad zelf ’s winters vaak onder water.
Het ongenoegen van de burgerij ten aanzien hiervan heeft zich op
carnavaleske wijze vertaald in de spottende toevoeging aan de
titulatuur van Prins Amadeiro ‘omliggende watervrije moerassen’. De
‘zandwoestijnen’ werden aan de naam toegevoegd toen in de jaren
negentig van de negentiende eeuw bij het nieuwe station het
uitbreidingsgebied ‘Het Zand’ tot stand kwam. Het lange tijd
braakliggende terrein zorgde vooral bij winderig weer voor
woestijnachtige taferelen. De term ‘Reksam’ is het omgekeerde van
het woord masker. Carnaval is nu eenmaal het feest van de omgekeerde
wereld! De dynastie de Amadeiro’s regeert sinds 1883 over Oeteldonk.
De opeenvolgende prinsen worden telkens voor het leven benoemd en
hebben dientengevolge een opeenvolgende nummer achter de naam. Ook
al zijn daar in het verleden verschillende mistellingen geweest (zo
kent oeteldonks historie twee prinsen Amadeiro XVII en twee prinsen
AmadeiroXVIII) op merkwaardige wijze klopt de nummering van nu met
het aantal opgetreden prinsen. De functie van de Oeteldonkse prins
wordt sedert Prins Amadeiro IV (1900-1910) nimmer door een
Bosschenaar vervuld doch altijd door iemand van buiten de stad. De
Oeteldonkse prins heeft in tegenstelling tot elders een waardige min
of meer afstandelijke functie en niet die
van een populaire paljas, Daardoor komt het boertige karakter van
Oeteldonk beter tot zijn recht. Jaarlijks komt de Prins vergezeld
van Zijn Adjudant en Gevollug vanuit zijn Winterpaleis naar zijn Oeteldonkse Rijk. Hij
kiest dan drie dagen domicilie in Zijn Zomerpaleis (Hotel
Central). Op Carnavalszondag leest hij de troonrede voor een
belangrijk Oeteldonks staatsstuk over de situatie van het
Oeteldonkse Rijk en een kijk op de toekomst. Uiteraard betreft dat
een parodie op misstanden in 's-Hertogenbosch. De Prins draagt op de
dag van zijn aankomst het zogenaamde reiskostuum een zwart |
rokkostuum met blauwe sjerp en steek met witte
veren. Ter onderscheiding draagt hij het zogenaamde prinsenkruis een
medaillon aan een ketting dat traditioneel geschonken wordt door
zijn voorganger. Gedurende carnavalsmaandag en carnavalsdinsdag
draagt de Prins een zeventiende eeuws
|
hofkostuum. Buiten het
carnavalsseizoen mag de Prins zich alleen incognito (in purperen
boerenkiel) in Oeteldonk begeven.
De Adjudant
De Adjudant van de Prins wordt door de Prins zelf aangedragen en
fungeert normaliter als zodanig gedurende de gehele regeringsperiode
van de Prins. Ook de adjudant is afkomstig van buiten
’s-Hertogenbosch. Als kostuum draagt hij evenals de Prins op de dag
van aankomst een zwart rokkostuum met roodwitgele sjerp en een steek
met witte veren. Buiten het carnavalsseizoen mag de Adjudant zich
alleen incognito (in purperen boerenkiel) in Oeteldonk begeven.
Ut Gevollug
Dit gezelschap herkenbaar aan de typische kleurrijke huzarenpakken
vergezelt de Prins gedurende zijn driedaags bezoek. Het bestaat uit tien
Generaals onder aanvoering van een Korporaal. Ofschoon de prins gedurende het hele bestaan van Oeteldonk al vergezeld werd van
hoogwaardigheden treedt Ut Gevollug in 1928 als zodanig voor het
eerst op. Het |
|
wordt tegenwoordig gerekruteerd uit het studentendispuut Oeteldonk
van de TU te Delft een trditie die na de
oorlog is begonnen door toedoen van Z.K.H. Prins Amadeiro XVI welke
met een onderbreking van enige tientallen jaren. Waarin Bossche
jongeren hiervoor werden aangezocht maar in 1999 in ere werd
hersteld.
Hofhouding
Tot de hofhouding van Zijne Koninklijke Hoogheid behoort de
Hoftroubadour die bij speciale gelegenheden het Prinsenlied ten
gehore brengt. Verder beheren hier o.a. nog toe: De Hofpianist,
Hofbrouwer, Hoffotograaf, Hofjuwelier, Hofarts, Hofklerk,
Hofordenaorishouder, Hoftheaterbaas, Hofcostumière, Hofkapper,
Geheimscgrijver, Hofkalligraaf, Hofkoetsier en Vendrig Daantje
Woenders (vaandeldrager). Tijdens de intocht en de optocht kent men
ook nog de veurrijers te pèrt die ruim baan maken vaan de
Koninklijke stoet. Een novum zijn de functionarissen van de Hoftrein:
Hofmachinist en Hohstationschef die geheel in de stijl van
Oeteldonk traditionele spoorwegkostuums van eind negentiende eeuw
dragen.
|
Vendrig Daanje Woenders
De naam van deze functionaris werd eind negentiende eeuw ingevoerd
na het verschijnen van het feuilleton Daantje Woenders vaandeldrager
van Napoleon in de Provinciale Noord-Brabant en ’s-Hertogenbossche Courant. Daanje Woenders
is
verantwoordelijkheid voor het vaandel en zorgt ervoor dat dit waardig gepresenteerd wordt. Hij treedt op bij
de intocht, stadhuis, Open Hof, onthulling van Knillis, optocht en
daar waar de Minister van Protocol zijn aanwezigheid gewenst acht.
De kleding een boerenkiel met pet. Speciaal schild met opschrift "vendrig",
draagriem voor het Oeteldonks vaandel.
De Oeteldonkse Renstal van Z.K.H. Prins Amadeiro
Deze wordt gevormd door de Biezenpèrdjes en de Stokpèrtjes. De
Biezenpèrdjes vormen sinds 1922 een
vast
onderdeel van het carnaval. Oorspronkelijk waren zij bedoeld als een
parodie op het toenmalige
schutterijmuseum van Van Well. De groep bestaat uit 12 ruiters
aangevoerd door de Opperhofstalmeester. Het aantal is gebaseerd op
het feit dat men met een twaalftal diverse figuren kan rijden: 2x6,
3x4, 4x3 en 6x2. Met een elftal zou dat onmogelijk zijn.
De veulens in de stoeterij worden gevormd door de Stokpèrdjes. De
Hofruiterij der Stokpèrdjes werd in december 1976 bedacht en trad in
1977 voor het eerst op. Ook deze groep bestaat uit 12 ruiters en
wordt geleid door de Opperstokstal-meester. Voor al deze functies
worden Bossche jongeren benaderd. De Prinselijke ruiterij is altijd
aanwezig tijdens de Intocht op carnavalszondag. Ook treden zij op
tijdens de optocht.
|
|
|
Hofkapel In 1930 werd de komische fanfare De Kikvorschen door Prins Amadeiro
XVI verheven tot Prinselijke Hofkapel der Amadeiro’s. De kapel is
opgericht op 11 november 1927. Bekent zijn de houten
blaasinstrumenten met mirlitons die zij tijdens de optocht van1928
al droegen als parodie op een harmoniekorps. Wellicht was deze
vondst geënt op de instrumenten van de toen bekende Italiaanse
komieken de Fratelini’s. Later voegde zij aan de
Grootvorst
Deze eretitel kan alleen verleend worden aan een oud-prins met zeer
grote verdiensten. De benoeming geldt voor het leven en er kan maar
één Grootvorst zijn. De titel werd achtereenvolgens toegekend aan de
oud-prinsen Pom van der Elst (Amadeiro XVI), Theo Boesman (Amadeiro
XVII) en sinds 1997 Jos Kieboom (Amadeiro XXII). Hij is herkenbaar
aan een beige rokkostuum met beige hoed, de Amadeirodas en het
Grootvorstenkruis vervaardigd uit rood, wit en geel goud. Hij is
tevens lid van het adviesorgaan de Raad van State. |
bezetting echte
instrumenten van koper en slagwerk toe en beschikken
de Kikvorschen
tevens over een folkloristische dansgroep. Hun kleding is afgestemd
op het deftige zwarte boerenkostuum van rond 1900.
Bronnen, noten en/of referenties:
Zo zit dè in Oeteldonk |
|
|
|
Foto's
copyright
©
bij groetenuitdenbosch.nl |
|
|