|
|
Sint-Janskathedraal
De stille omgang van
's-Hertogenbosch |
|
In de bidtocht wordt het beeld
van de Zoete Moeder meegedragen door leden van de Broederschap van Onze
Lieve Vrouw. Het Mariabeeld wordt geflankeerd door flambouwen met bloemen,
die gedragen worden door studenten van het Sint-Janscentrum. Naast bisschop
Mgr. A. Hurkmans lopen in de Plechtige Omgang priesters, diakens, kanunniken
en acolieten mee. Het Bossche gilde De Oude Schuts, het Sint Catharinagilde
uit Vught en de Stadspijpers zorgen naar oud gebruik voor ruim baan voor de
stoet. De Mariaomgang in ’s-Hertogenbosch kent een rijke historie.
Geschiedenis Mariaomgang
In het
archief van ’s-Hertogenbosch bevindt zich een Latijns handschrift van pater
Otto Zylius van 1620 tot 1625 rector van het Jezuďetenklooster in
’s-Hertogenbosch die in het jaar 1632 de geschiedenis publiceerde
van het wonderbeeld en de mirakelen volgens het oude handschrift en volgens
oude gedenkstukken en liederen. In dit handschrift hetwelk de
kroniekschrijver naar eigen getuigenis samenstelde uit andere kronieken
schrijft hij dat de Mariaomgang is ingesteld ten gevolge van een
besmettelijke ziekte welke hevig in de stad heerste. Tijdens deze epidemie
zo wordt verhaald droeg men
|
het beeld van de Zoete Moeder door de straten der
stad en de gevreesde ziekte vluchtte voor de Moeder des Heren.
Het volksgeloof van de middeleeuwen kleedt de geschiedenis gaarne in
de vorm
van een legende en
deze vertelt dat Maria zelf gedurende de dagen van de pest de stad in een
stormachtige nacht doorkruiste. De volgende morgen bleken allen genezen te
zijn in de straten welke het wonderbeeld had doorgewandeld. Het beeld van
de Zoete Moeder stond als altijd op zijn troon maar de voeten en de
zoom
van het kleed waren met slijk en straatvuil bedekt en legden getuigenis af
van haar nachtelijke tocht. Uit dankbaarheid zou men sindsdien besloten
hebben om jaarlijks een plechtige omgang te houden door de straten welke Zij
zegenend en genezend was doorgewandeld.
In de 15de en de
16de eeuw kwamen de mensen van het kunstlievend Brugge, het rijke
Antwerpen, het machtige Nijmegen stuurden hun zangers. De hertog van Gelre
stelde er een eer in zijn muzikanten te mogen afstaan de bisschoppen van
Luik en Utrecht zonden hun bisschoppelijke kapel en Joanna de |
|
hertogin van Brabant haar
minstrelen om hun schoonste motetten te spelen. De dorpers van Orthen,
Vught, den Dungen en Hintham kwamen zingende en biddende de stad binnen, met
hun vanen en patroonheiligen. |
Vanuit de Sint-Jan trok dan
de stoet, met de schutterij voorop om ruim baan te maken. Dan kwamen de
gilden in lange mantels met brandende kaarsen en met hun banier en
patroonheilige. Nu volgden de leden van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap
met al hun attributen. In de stoet zag men boetelingen in lang gewaad van
ruw linnen die zich berouwvol op de borst
klopten. Het beeld van de Zoete Moeder getooid in een Koninklijke mantel van
hermelijn werd gedragen onder een troonhemel van goudlaken gevolgd door de
stadsregering, de geestelijkheid en de kloosterlingen. Dan kwamen
Men begrijpt dat deze
luisterrijke Omgang een jaarlijkse gebeurtenis was welke honderden van
heinde en verre naar ’s-Hertogenbosch trok. Een legende verhaalt dat het in
zeker jaar zo regende dat men besloot de plechtige Omgang niet te laten
uittrekken. Men liet het beeld van de Zoete Moeder in Haar statiekleed in de
kapel staan. Maar de volgende morgen vond men het beslijkt en beregend en
men begreep dat Maria des nachts geheel alleen de Omgang had gehouden.
Toen Frederik Hendrik de
vesting ’s-Hertogenbosch in 1629 had ingenomen werd de uitoefening van de
Katholieke Eredienst verboden.
|
kleurige
voorstellingen van het Goddelijk Kind, de apostelen, de profeten, de
drie Koningen, Sint Christoffel en met tapijten versierde wagens waarop
taferelen van 's Heren lijden en van de Smarten van Maria waren uitgebeeld. Op de
markt aangekomen hield men halt bij een stellage dat
met pauwenveren en bloemen versierd was. Hierop werd het beeld van de Zoete
Moeder geplaatst boven Haar hoofd fonkelde een ster en aan Haar zijde
stonden drie kinderen die de drie Maria’s van het Evangelie voorstelden
terwijl op de trappen van de stellage engelen hun snarenspel speelden. Dan
werd hulde gebracht aan de Beschermvrouwe van de stad.
|
Van een plechtige Omgang was dus
geen sprake meer het beeld
van de Zoete Moeder had men gelukkig naar België in veiligheid kunnen
brengen doch de Katholieke Bosschenaren treurden om hun ontluisterde
Sint-Jan met de leeggeruimde Mariakapel. Maar het geloof en de Marialiefde
kon in de trouwe
Toen in het begin van 1800
onder de Franse heerschappij van Napoleon wat meer godsdienstvrijheid kwam
bleef men de Maria-omgang in stilte in de avonduren doen. Zelfs de vrijheid
welke de grondwet van 1848 aan de katholieken schonk noch het herstel van de
kerkelijke hiërarchie noch zelfs de terugkeer van de Zoete Moeder in ’s-Hertogenbosch brachten verandering in deze toestand. Een bijzondere
gebeurtenis moest daarvoor
|
harten met geen uiterlijk
geweld worden uitgeroeid. Niettegenstaande de protestantse hervorming met strenge vuist over stad en
Meijerij heerste gingen nog gelovigen ‘s avonds een voor een de Omgang doen.
Schuw liepen zij dan stil bij zichzelf biddend door de
bekende straten. ’t Is begrijpelijk dat door de lange duur van twee eeuwen
verdrukking hun aantal gestadig verminderde doch geheel en al verdween deze
devotie niet.
|
plaats
hebben. Dit geschiedde in 1866 toen de cholera in de stad heerste en
verscheidene burgers als slachtoffers vielen van deze gevreesde
ziekte. Op de avond van 7 juli van dat jaar stond J. Th.
Dirks aan de deur van zijn woning op de Hoge Steenweg met zijn vriend M.
Jansen te praten toen enige vrouwen voorbij gingen die stil de Maria-omgang
deden. “Kom” zei hij “laat ons de eerste mannen
zijn die de Omgang houden.” Aanstonds voegden zij de daad bij het
woord en de volgende dag was een zondag en Dirks die prefect van de
zangafdeling van de H. Familie was stelde na afloop van de oefeningen in de
St. Josephkerk aan zijn dertig medeleden voor om gezamenlijk die avond de
Omgang te houden. Allen verklaarden zich bereid en
|
daags
daarna waren het er reeds tachtig en tot het einde van de noveen groeide het
aantal tot ver over de honderd. Deze herleving begroette Mgr Zwijsen met
vreugde en als bewijs van zijn instemming nodigde hij al deze mannen uit om
deel te nemen aan de plechtige processie in de kathedraal en gaf hen een
ereplaats in de stoet. Het jaar daarop 1867 bracht nieuwe bloei. Bij
honderdtallen zag men mannen en vrouwen door priesters en kloosterlingen
vergezeld zich stil voortbewegen door de stad.
Nog eenmaal zou de anti-papistische geest, onder aanvoering van Mr R.
Twiss in 1864 officier van justitie in ’s-Hertogenbosch de kop opsteken om
deze herleving van de oude Maria-devotie te beletten. De politie trad
uitzonderlijk streng op men liet muziek spelen op de parade om de biddenden
te hinderen. Men wendde pogingen aan in Den Haag om, met een beroep op het
processieverbod de Omgang van hoger hand te doen verbieden. Doch Mgr Zwijsen
was er de man niet naar om zich vrees te laten aanjagen en de mannen die de
Omgang deden herleven vonden een wijze raadsman en machtige steun in de
katholieke staatsman J.B. van Son. De Omgang bleef voortbestaan en Mr Twiss
heeft spoedig ’s-Hertogenbosch verlaten. In 1874 liet Mgr Zwijsen het
wonderbeeld gedurende de dagen van de Omgang in het midden van de kerk
plaatsen en de luipoort openen. Het was aan de gelovigen nog niet toegestaan
om des avonds de kathedraal binnen te gaan doch van verre konden zij aldus
de Zoete Moeder zien. Tot dan toe deed men de Omgang des avonds gezamenlijk
in een grote stoet waartegen de rechterlijke macht bezwaren had. De volgende bisschop Mgr Godschalk bezweek voor die drang en
raadde de Bosschenaren af om de Omgang gezamenlijk te
houden. Wel beval hij gedurende de dagen van de Omgang des avonds de deuren
van de kathedraal te openen. Nu ging men voortaan afzonderlijk of in kleine
groepjes en dit aantal werd jaarlijks zichtbaar groter. Spontaan begon men
in de straten van de Omgang huis- raam- en winkelversieringen aan te brengen
hetgeen van zelf aan de godsvrucht nieuw voedsel gaf. Als bewijs van
erkentelijkheid voor de bewoners van de Beurdsestraat opperde het zangkoor
van de Sint-Jan het denkbeeld om in die straat op de plaats waar vroeger de
St. Antoniuskapel had gestaan de beeltenis van Maria aan te brengen. Als
gevolg hiervan werd in 1916 in de muur van een huis een haute-reliëf
geplaatst van O.L.Vrouw van de Rozenkrans. Met het toenemen van de Stille
Omgang groeide ook het verlangen naar de Plechtige Omgang van vroeger
eeuwen. |
Route bidtocht
De bidtocht start in de Sint
Jan en loopt linksaf via de Parade naar de Peperstraat. Aan het eind van de Peperstraat
slaat men rechtsaf de Verwersstraat in. Na ongeveer 30 meter gaat de stoet
linksaf de Beurdsestraat in. Na de parkeerplaats gaat men meteen rechtsaf de
Weversplaats op en al doorlopend komt men via de Oude Hulst op de Pr.
Bernhardstraat terecht. Nu loopt men schuin links de St. Jorisstraat in. Aan
het eind van de St. Jorisstraat slaat men linksaf de Vughterstraat in en
meteen weer rechtsaf de Postelstraat in. Deze loopt vanzelf over in de
Kruisstraat,
vervolgens
slaat men linksaf de Korenbrugstraat in en na de brug, bij Zoete Lieve Gerritje,
rechtsaf de Lepelstraat. Eenmaal de Lepelstraat uit gaat de stoet rechtsaf
de Visstraat in, aan het einde rechtsaf de Hoge Steenweg in richting de
Markt. Zo lopen de gelovigen de Hinthamerstraat in. Bij de eerste kruising
gaat men rechtsaf de Torenstraat in en eindigt de tocht bij de St. Jan. |
|
|
|
De Mariabeelden
langs de route
|
Langs de bidweg staan er
verschillende Mariabeelden klik op de foto voor de beschrijvingen van de
beelden.
|
Bron tekst:
www.broederschapzoetemoeder.nl
|
|
|
Foto's
copyright
©
bij groetenuitdenbosch.nl |
|
|