|
Geschiedenis
Sint-Janskathedraal
De Sint-Jan weerspiegelt de lotgevallen
van ’s-Hertogenbosch. Welvaart en tegenspoed. Oorlog en vrede. Vroomheid en
Beeldenstorm. Brand en herstel. De geschiedenis van de kerk kent zowel
hoogtepunten als dieptepunten. De Sint-Jan van toen tot nu…
Hertog Hendrik van Brabant
sticht in 1185 op het hertogelijke domein Orthen een nieuwe stad: ’s-Hertogenbosch.
De
hertog wil zijn invloed in het rivierengebied
versterken. ’s-Hertogenbosch krijgt veel handelsprivileges. Daardoor kan de
stad zich ontwikkelen tot een sterke, welvarende nederzetting. Bij een stad
hoort een kerk maar
de bevolking van
’s-Hertogenbosch had in de eerste tijd nog niet de beschikking over een
eigen kerk. Men moest daarvoor naar de Sint-Salvatorkerk in het nabijgelegen Orthen.
Dat werd op den duur een bezwaar daarom stelde de
hertog aan de Bosschenaren grond ter beschikking voor de bouw van een eigen
kerk. Die was gelegen op een terrein langs de Hinthamerstraat ‘de Pepers’
genoemd. De bouw van de eerste kerk begon omstreeks 1220. Het was een
eenvoudige bakstenen kerk in romaanse stijl en toegewijd aan
Sint-Jan de
Evangelist. Van deze eerste Sint-Jan is nauwelijks iets bekend. Er is ook
weinig van overgebleven alleen de bakstenen toren van de romaanse kerk bleef
behouden hij maakt nu deel uit van de westtoren van de Sint-Jan.
|
|
|
De Bossche kunstenaar Antoon
Derkinderen tekende in 1884 de bouw van de romaanse Sint-Jan die buiten de
stadswallen werd opgetrokken. (stadsarchief)
|
In 1318 gaf hertog Jan III van Brabant
de stad toestemming om haar vestingwerken uit te breiden
was niet alleen voor de
Bosschenaren van belang ’s-Hertogenbosch was de meest noordelijke vestiging
van het hertogdom
Brabant en daarom van
groot strategisch belang. Door de nieuwe ommuring kwam ook de romaanse
Sint-Jan binnen de stadsmuren te liggen.
Ook krijgt in dat jaar een
broederschap die zich de verering van Maria tot doel heeft gesteld officieel
erkenning. De waarschijnlijk al wat langer bestaande
'clercbroederschap
onser Vrouwen' officieel erkenning van de bisschop van Luik deze
broederschap later bekend als de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap stelde
zich de bijzondere verering van Maria tot doel. De stad telde op dat moment
al meer dan 25 broederschappen wat deze nieuwe broederschap zo bijzonder
maakte was dat zij een toonaangevende rol ging spelen in de religieuze en
culturele bloei van de stad. De kern bestond uit een groep van zogeheten
'gezworen broeders', hooguit enkele tientallen en allen geestelijken. Maar
daarnaast sloten zich duizenden ‘buitenleden’ aan afkomstig uit geheel
West-Europa. Daarmee werd de Illustre Lieve Vrouwe
Broederschap een rijke en
toonaangevende organisatie de thans gangbare benaming is een vertaling van
de in de zestiende eeuw gangbare uitdrukking 'Confraternitas nostrae dominae
illustris' waarbij het 'illustere' niet sloeg op de broederschap maar als
adjectief voor Maria.
Hoewel in de loop van de dertiende en
veertiende eeuw in Den Bosch verscheidene kapellen werden gebouwd bleef de
Sint-Jan in die tijd de enige parochiekerk van de stad. De zielzorg stond
echter nog altijd onder verantwoordelijkheid van de kleine parochie van Sint-Salvator te Orthen de ‘moederkerk’
van de Sint-Jan. Daar kwam
verandering in toen Jan van Arkel bisschop van Luik de Sint-Jan op 20 januari 1366
verhief tot collegiale kerk. Daardoor werd aan de kerk een college of
kapittel verbonden
|
van maar liefst dertig kanunniken hun
voornaamste taak was het zingen van het dagelijks koorgebed tijdens de
erediensten in de kerk. Zij werden verder belast met de zorg voor het
onderwijs in de stad en het beheer van de kerk. Het is niet onwaarschijnlijk
dat de vestiging van dit kapittel heeft bijgedragen aan het
besluit
van de Bosschenaren om de bestaande romaanse kerk door een nieuwe te vervangen.
’s-Hertogenbosch was in de loop van de veertiende eeuw uitgegroeid tot een
van de grootste steden van de Noordelijke Nederlanden. Die groei en welvaart
zorgden voor een groot zelfbewustzijn bij de Bosschenaren zij wilden daaraan
uitdrukking geven door de bouw van een nieuwe kerk volgens de heersende
stijl van die dagen, de
gotiek.
In 1538 kreeg het huis Lieve
Vrouwe Poort genoemd de prachtige gevel die op deze afbeelding te zien is. (Coll.
Illustre Lieve Vrouwe Broederschasp) |
In 1380 wordt met de bouw van de gotische Sint-Jan begonnen. De romaanse
kerk wordt voorlopig gehandhaafd. Het ontwerp van de gotische kerk is van
Willem van Kessel. Hij was als bouwmeester aan de Sint-Jan verbonden van
ongeveer 1380 tot 1407, mogelijk zelfs nog tot aan zijn dood omstreeks 1425.
Op dat moment zijn het hoogkoor, de kooromgang en de straalkapellen
voltooid. Gotiek is een bouwstijl die in de loop van de twaalfde eeuw in
Noord-Frankrijk ontstond. Door toepassingen van spitsbogen en kruisgewelven
werd in de nieuwe kerken de stabiliteit van het bouwwerk flink vergroot.
Tegelijkertijd werd bereikt dat het gewicht niet meer op de gehele breedte
van de muur drukte, maar zich op enkele punten concentreerde. Om de druk op
die punten te ontlasten, bracht men aan de buitenzijde van koor en schip luchtbogen aan. Nu de muren niet langer nodig waren om het gewicht van daken
en
gewelven te torsen, konden er grote ramen
in worden gemaakt. De kerken werden zo hoger, ruimer en lichter.
|
|
|
In dezelfde tijd wordt in de bouwloods van de kerk een oud Mariabeeld
gevonden. Als zich rondom dit beeld enkele mirakelen voordoen groeit Den
Bosch uit tot bedevaartsplaats naar de Zoete Lieve Vrouw. In de kapel van de
Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch is het Mirakelboek te zien waarin de
wonderen zijn opgetekend die zich rond Maria hebben voorgedaan. In een
gedicht dat voorafgaat aan de beschrijving van de wonderen is te lezen dat
omstreeks 1380 een oud Mariabeeld werd gevonden in een steenhouwerloods bij
de kerk. Het ondervond niet veel waardering er waren zelfs mensen die het
bespotten. Tegelijkertijd deden zich echter wonderbaarlijke gebeurtenissen
voor die aan de tussenkomst van Maria werden toegeschreven. Het beeld werd
daarop geheeld hersteld en geplaatst in de kapel die ruim zes eeuwen later
nog steeds dienst doet als Mariakapel.
In 1413 wordt de Sint-Jan door de paus
officieel
gescheiden
van de Sint-Salvatorkerk in Orthen.
De Sint-Jan was toen allang groter dan de
moederkerk van Sint-Salvator maar had nog steeds geen eigen leiding na de
uitspraak van de paus kreeg ’s-Hertogenbosch eindelijk een eigen pastoor de
parochie van Sint-Jan omvat op dat moment het gehele gebied binnen de
vestingmuren.
Koning Philips II, de heer van de
Nederlanden, wilde het ware katholieke geloof handhaven. Dat zag hij als één
van zijn voornaamste taken. Hij wilde het toezicht op gelovigen en
geestelijken verbeteren en zijn greep op De Nederlanden versterken. Daarom
besloot de vorst in samenspraak met de Paus in Rome op 12 mei 1559 tot de
instelling van maar liefst veertien nieuwe bisdommen in zijn Nederlandse
gebieden. Daaronder behoorde ook het bisdom van 's-Hertogenbosch als
onderdeel van het nieuwe aartsbisdom Mechelen. De nieuwe bisschop van Den
Bosch kreeg de Sint-Janskerk toegewezen als zijn kathedraal waardoor het
collegiaal kapittel werd verheven tot de rang van kathedraal kapittel. De
eerste bisschop van 's-Hertogenbosch was Franciscus Sonnius.
Het oude mariabeeld van Zoete
Lieve Vrouw. |
|
|
|
Foto's
copyright
©
bij groetenuitdenbosch.nl |
|
|