|
Geschiedenis
Sint-Janskathedraal
Tijdens een bezoek aan de stad
belooft Napoleon de Sint-Jan aan de katholieken terug te geven de keizer
brengt de Bosschenaren echter zeer in verlegenheid door eraan toe te voegen:
'Vous aurez la grande église et un évêque aussi!' ('U krijgt de grote kerk
en een bisschop erbij!'). De stichting van de Bataafse Republiek na de komst
van de Fransen in 1798 was voor de politieke en kerkelijke verhoudingen in
ons land een keerpunt de Nederlands Hervormde kerk werd niet langer als
staatskerk bevoordeeld. De Bossche katholieken kregen weer hoop de Grote
Kerk zoals de Sint-Jan toen heette terug te krijgen. Toen Napoleon niet
alleen de kerk wilde teruggeven maar ook een bisschop wilde benoemen voelden
de meeste katholieke Bosschenaren zich daar erg ongemakkelijk bij de Paus
zou een door de keizer benoemde bisschop zeker nooit erkennen. Toen Napoleon
toch bisschop M.F. van Camp benoemde zorgde dat jarenlang voor spanningen.
Het werd de Bossche katholieken verboden missen in de Sint-Jan bij te wonen
pas na de nederlaag van
de Fransen en de vlucht van bisschop Van Camp kwam er aan de
richtingenstrijd een einde. Op 11 december 1816 wordt uiteindelijk het
Koninklijk Besluit ondertekend waarbij de Sint-Jan definitief aan de
katholieken wordt teruggegeven na bijna twee eeuwen was de Sint-Jan weer in
handen van de katholieken.
Detail van een kazuifel,
waarop te zien is hoe keizer Napoleon tijdens een bezoek aan
's-Hertogenbosch de Sint-Janskerk aan de katholieken teruggeeft.
(Sint-Janskathedraal) |
In 1840 wordt de Sint-Jan
weer parochiekerk na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland wordt
ook het bisdom
's-Hertogenbosch in ere hersteld. Mgr. Zwijsen wordt in 1853 de
eerst bisschop van Den Bosch na 1629 deze bisschop beijvert zich om het
beeld van de Zoete Lieve Vrouw
van Den Bosch terug te halen uit België. Dat
lukt inderdaad ook het Mirakelboek komt terug in de stad. Op 27 december de
feestdag van Sint-Jan de Evangelist keert het Mirakelbeeld in een plechtige
processie terug in de Sint-Jan.
|
|
|
Het interieur van de Sint-Jan |
De protestanten hadden naar
vermogen geprobeerd de Grote Kerk zo goed mogelijk te onderhouden. Het
verval was echter onstuitbaar en toen de katholieken de kerk terugkregen
bood hij een deerniswekkende aanblik. Het verval van de kerk was midden
negentiende eeuw zo erg dat sommige delen van de kerk waren begroeid met
gras, planten en zelfs met struiken. Een groot deel van
de natuurstenen bekleding was ernstig verweerd pinakels, kruisbloemen en
andere versieringen waren ernstig aangetast of zelf geheel verdwenen. In 1853 schrijft het
Provinciaal Genootschap een wedstrijd uit voor een restauratieplan betrof
een herstelplan voor het exterieur van de Sint-Jan er komen uiteindelijk
maar twee inzendingen binnen. Eén van de plannen is ingediend door de toen
zeventienjarige beeldhouwerleerling Hendrik van der Geld maar dat plan
voldoet niet aan de eisen. Het plan van de Gebroeders Donkers wordt wel
gunstig beoordeeld maar kan uiteindelijk toch niet dienen als basis voor de
gehele restauratie. Uiteindelijk wordt de beeldhouwer
en bouwkundige Stephen L. Veneman als architect aangewezen onder zijn leiding start in 1859 de
restauratie met het herstel van het noordertransept. Na drie jaren neemt
Lambert Hezenmans de leiding over.
|
De basiliek wordt
onderscheiden in basiliek majores en basiliek minores.
De majores worden zo genoemd
omdat zij in het bezit zijn van een pauselijk altaar en een Heilige Deur die
alleen in het Heilig Jaar geopend wordt. De majores bevinden zich in Rome:
Sint-Jan van Latheranen, Sint-Paulus buiten de muren, Maria Maggiore,
Sint-Pieter en buiten Rome wordt er ook wel toegerekend Sint-Franciscus te
Assissië. Nederland heeft acht basilieken minores waaronder de Sint-Jan deze
eretitel werd verleend bij gelegenheid van het 75-jarig jubileum van de
terugkeer van het wonderbeeld van de Zoete Moeder. De onderscheiding werd
per decreet vastgesteld op 22 juni 1929.
Begin 1950 waren de
restaurateurs weer op het punt aangekomen waar ze bijna een eeuw tevoren
waren begonnen namelijk bij het noordertransept. Het is niet precies vast te
stellen wanneer de eerste restauratie eindigt en de tweede begint. In de
tussenliggend periode
gingen het groot onderhoud en het kleinere restauratiewerk onverminderd door. De tweede restauratie die officieel in
1961 startte was deels ‘de restauratie van de restauratie’. Veel eerder
toegepaste steensoorten bleken achteraf gezien niet altijd even geschikt te
zijn vooral de omvang van de tweede restauratie was spectaculair. Ook de
grote westtoren en het sterk vervuilde en ook beschadigde interieur van de
kerk werden onderhanden genomen. De binnenkant werd ontdaan van dikke lagen
vuil, roet en stof die zich op muren, beelden en pijlers hadden vastgezet
van onder vele oude en loszittende kalklagen kon de oorspronkelijke
beschildering van het interieur weer in het licht worden gebracht.
Het interieur van het hoogkoor
van de Sint-Jan |
In juni 1984 werden de
bouwloodsen bij de Sint-Jan afgebroken dat
gebeuren zorgde voor enige beroering omdat een vertrouwd beeld verstoord
werd op 31 december 1985 werd de restauratiecommissie definitief opgeheven.
Er was een jaar achter de rug met veel feestelijkheden rond de
ingebruikname van de gerestaureerde
kathedraal
tijdens de achthonderdste verjaardag van de stad. Hoogtepunt
voor
de Sint-Jan was het bezoek van de Paus Johannes Paulus II aan de kathedraal. |
Sacramentskapel die Alert
Duhamel en Jan Heijns bouwden voor de Lieve Vrouwe Broederschap is een
pronkjuweel uit de laatste bloeiperiode van de gotiek. |
|
|
De doopvont uit 1492 is
vervaardigd door een Maastrichtse edelsmid-kunstenaar Aert van Tricht. |
|
In het begin van de jaren
negentig ruim vijf jaar na de afsluiting van de tweede restauratiecampagne
worden weer ernstige vormen van
verwering geconstateerd aan de
noord- en oostzijde van de Sint-Jan met name aan de gerfkamer. Kraagstenen
en pinakels raken los en er is dreigend gevaar voor vallend gesteente en
vandalisme het gewone onderhoudswerk is niet meer toereikend. Het masterplan
dat in maart 1998 wordt opgesteld omvat als eerste de
vervanging van grote hoeveelheden tufstenen beeldhouwwerk en steenhouwerswerk van de koorpartij. Het werk wordt in negen fasen later in 11 fasen verdeeld en de eerste fase betreft de restauratie
van de gerfkamer. Op 14 april 2000 vindt de eerste oplevering plaats van de
gerestaureerde gerfkamer.
|
Een achttiende-eeuwse gravure
van de Sint-Jan (stadsarchief) |
|
Bronnen, noten en/of referenties:
Sint-Jan.nl, Stadsarchief en Wikipedia
|
|
|
|
Foto's
copyright
©
bij groetenuitdenbosch.nl |
|
|