|
Geschiedenis
Oeteldonk
|
De periode na 1882
Ontstaan van Oeteldonk
- Naar
aanleiding van de “banvloek” van de bisschop, kwamen enkele
carnavalsminnende jongeren bijeen in café Plaats Roijaal, dat toen gevestigd was in de straat Achter het
Stadhuis. Daar smeedden zij een plan waarin iedereen
zich zou kunnen vinden. Het doel was om carnaval voor
’s-Hertogenbosch te behouden en het idee was om dat te doen door het
carnavalsfeest te veredelen, door er allerlei nieuwe elementen aan toe te
voegen. Zij bedachten de formule van Oeteldonk. De, zeker toen, mondaine
stad 's-Hertogenbosch zou voor drie dagen omgedoopt worden in het dorp
Oeteldonk. Iedere inwoner van de stad werd dan boer of "durske" en aan het
hoofd een van de gemeente een “burgervaojer”' (Peer van den Muggenheuvel).
Deze burgervaojer werd in 1882 voor het eerst groots ingehaald door de
kersverse Oeteldonkers. Een gedenkplaat op de Wilhelminabrug herinnert aan
dat feit.
In 1881 verzond Mgr. A.
Godschalk een circulaire "Aan de Geestelijkheid en de Geloovigen der Stad"
waarin de kerkvorst zijn "afschuw en hartzeer" bij het zien van zoveel
"ontstichting" uitsprak en waarbij hij tevens het veertigurengebed instelde
om door middel van gebed tijdens de vastenavonddagen het volk van de straat
te houden. |
Op 1 oktober 1882 werd de Oeteldonksche Club opgericht om het
initiatief uit te werken en te begeleiden. Het jaar daarop (op 5 februari
1883) voegde men een nieuw element toe, namelijk het bezoek van “Z.K.H.
Prins Amadeiro, Ricosto de Carnavallo, Heer en Meester van Oeteldonk en
omliggende watervrije moerassen”, zoals een aanplakbiljet uit 1883 vermeldt.
Een grote optocht met praalwagens begeleidde hem bij zijn intocht. In
essentie is dit gebruik tot op heden niet veranderd. Wel is de naam van de
Prins in de loop der jaren
uitgebreid met meerdere titels. De titulatuur van de
Prins luidt nu: “Zijn Koninklijke
Hoogheid Prins Amadeiro, Ricosto di
Carnavallo, Ridder van het Reksam, Heer
en Meester van Oeteldonk en
deszelfs omliggende watervrije moerassen en zandwoestijnen,enz.,
enz., enz.” Oeteldonk was meteen een groot succes. De eerste optocht (op maandag 6
februari 1882) trok meteen al 28.000 bezoekers. In de jaren daarna kwamen al
mensen
vanuit heel het land
naar de optochten kijken en het feest in
|
Oeteldonk
meevieren. Er werden
zelfs vanaf 1884
speciale nachttreinen ingezet,
om de bezoekers veilig thuis te brengen. Ook lokaal ontving de
organiserende Oeteldonksche Club veel lof. Kortom: Oeteldonk was van meet af
aan enorm populair!
Prins en gevolg in koetsen
tijdens de intocht van 1933 |
Rond de eeuwwisseling
- In de jaren
1888 tot 1891 vonden, onder andere in verband met een tekort aan deelnemers,
geen Oeteldonkse optochten plaats. Wel werd het ontstane “gat” enkele jaren
opgevuld door andere nieuwe clubs (de Klompenclub en de Kreppeneindsche
Club), maar die gingen ook weer snel ter ziele. In
1891 was er in het geheel geen optocht:
een dieptepunt. Dit dieptepunt schudde echter een hoop mensen wakker: mensen
die Oeteldonk een warm hart waren blijven toedragen. En zo kwam er op 29
februari 1892 weer gewoon een Oeteldonkse optocht, die zelfs werd
gesubsidieerd door de gemeente. Maar ook op andere gebieden bleek de
Oeteldonksche Club haar plek in de maatschappij
te hebben gevonden. Tegenstand was er
echter ook, met name uit
strengkatholieke en gereformeerde hoek. Een verzoek tot verkorting
van de
openingstijden van
cafés haalde het echter niet. Daarvoor leefde Oeteldonk inmiddels te sterk
in de
|
|
harten van de
Bosschenaren.
Afschaffing en herstel
- In de
eerste decennia van de twintigste eeuw, leefde Oeteldonk soms
tussen hoop en vrees. Zo werd carnaval van 1915 tot 1919 als helemaal
afgeschaft beschouwd, onder meer in verband met de Eerste Wereldoorlog. Dat betekende
natuurlijk niet dat de Bosschenaren het er echt bij lieten zitten: achter
gesloten deuren werden wel degelijk bals gehouden en werd feest gevierd. In
1920 werd de carnavalsviering toch weer toegestaan, ook al werden de
sluitingstijden wel vervroegd en werd bijvoorbeeld een verbod op maskers en
sterke drank ingevoerd. Dat laatste verbod sneuvelde echter al in 1921,
omdat dit verbod er voor zorgde dat mensen in de dagen voor carnaval de
slijterijen massaal leeg kochten en vervolgens
zo mogelijk nog meer
beschonken
raakten. De herinvoering betekende niet dat de tegenstanders zich niet meer lieten
horen: tot vlak voor de Tweede Wereldoorlog werd regelmatig voor afschaffing of beperking
gepleit. Pas vanaf 1936 leek van een definitieve acceptatie sprake, maar de
Tweede Wereldoorlog maakte aan deze opleving (gelukkig maar tijdelijk!) een
einde.
|
Onthulling van Boer Knillis in
de jaren 60 |
Oeteldonk
definitief in bloei
- Na de oorlogsjaren, waarin uiteraard geen
openlijke
carnavalsfestiviteiten plaatsvonden, vond Oeteldonk langzaam weer
haar plaats in de samenleving. In 1946 vond weer een optocht plaats, die
overigens bijna door de regering werd verboden, omdat men vreesde dat dit
“stagnatie van de productie” teweeg zou brengen. Voor het laatst in 1951
stond carnaval prominent op de politieke agenda, omdat de sluitingstijden
weer zouden moeten worden vervroegd. Dat voorstel haalde het niet. Sindsdien
is het Oeteldonkse carnaval niet meer ter discussie gesteld. In het jaar
erop (1952) werd Prins Amadeiro zelfs voor het eerst door de burgemeester op
het bordes van het Stadhuis ontvangen: een
traditie die tot op de dag van vandaag voortduurt.
Oeteldonk is nu diep ingebed in de Bossche samenleving en heeft een enorm
|
draagvlak onder alle lagen van de lokale bevolking. Oeteldonk is
vandaag de dag een springlevend dorp, met heel veel
vrijwilligers en veel enthousiaste boeren en
durskes, die elk jaar weer het bezoek van hun Hoogheid tot een waar
volksfeest weten
te maken. Een feest dat de Bosschenaren
werkelijk in het bloed zit:
de
lange, kleurrijke
geschiedenis van Oeteldonk is daar het bewijs van! |
Thijssen had een voorstel
daartoe In 1914 nog niet gedurfd, omdat er naar zijn mening "niet één stem
voor zou te vinden zijn". Nu vond hij er de tijd blijkbaar wèl rijp voor en
stelde in de gemeenteraadsvergadering van is maart 1917 de algehele
afschaffing van carnaval aan de orde. |
|
|
Een narrenkop uit 1946 die de
bekroning vormde van de vaandelstok van het Oeteldonkse vaandel.
|
Oeteldonk
op zunné kop van de cv De Tierelantijnen |
|
|
Bronnen, noten en/of referenties:
Unnen hillen ted niks, veul volk, de pliesie en dan...
De Oeteldonkse Grote
optochten 1882 - 2004
Rob van de Laar ISBN 9070706717
Stadsarchief
Oeteldonk.org
|
|
|
|
|
Foto's
copyright
©
bij groetenuitdenbosch.nl |
|
|