|
's-Hertogenbosch
Jeroen Bosch
Ziekenhuis
De rijksmonumenten van het Voormalige Groot
Ziekenhuis terrein:
Gasthuisstraat 9 -11
Het Groot Ziekengasthuis maakte vanaf 1880
deel uit van de Godshuizen, een overkoepelend orgaan voor de verschillende
katholieke zorginstellingen
van
’s-Hertogenbosch. In dit gebouw werd in 1903 het kantoor van de Godshuizen
gevestigd. In het fronton
boven de
ingang is een
sculptuur te zien van de Bossche
kunstenaar Hendrik van de Geld. Het interieur is nog bijzonder fraai
gebleven en vormt een goed voorbeeld van het vakmanschap van de tijd maar
ook van het zelfbewustzijn van de regenten.
|
De gasthuispoort
De aan het einde van de Gasthuisstraat
sluit aan bij de brug over de Dieze. Ze werd
opgericht in 1661 en in 1916
grondig gerestaureerd. Ze bestaat uit een natuurstenen rondboog op Toscaanse
pilasters met driehoekig fronton met daarin het stadswapen van
’s-Hertogenbosch. In de nissen links en rechts staan beelden van
respectievelijk Elisabeth van Thüringen “de in 1207 geboren patroonheilige
van ziekenhuizen, verpleegsters, bedelaars en wanhopige” en
van Vincentius à
Paulo. Het zijn niet de originele beelden maar
replica’s van de hand van de Brabantse
beeldhouwer Toon Grassens. Het luikje tussen de poort en de
apotheekgebouwen diende voor het
verstrekken van medicijnen. |
De oude apotheekgebouwen
Dit complex omvat enkele van de oudste
gebouwen op het terrein. Het draagt de naam ‘oude apotheek’
|
|
omdat de eerste
eigen apotheek van het ziekenhuis hier gevestigd
was. De apotheekgebouwen sluiten aan bij de Gasthuispoort en zijn zichtbaar
vanaf
de overzijde van de Binnendieze. Het ensemble van de gevels vormt een
merkwaardig samengesteld geheel. De gebouwen aan de oostzijde zijn
ontstaan
omstreek 1880 na een verbouwing van de
vroegere rentmeesterwoning. Naast de portierswoning
bevond zich een poort die toegang verschafte tot het binnenterrein. Op een
schilderij van C.F. Cordes ( Noord Brabantsmuseum) uit circa 1900 zijn een
dienstgebouw en de oude bakkerij te zien. Dit gasthuis is in 1843
verbouwd en voorzien van nieuwe gevels. Het kleine huisje uiterst westelijk
dateert zelfs pas uit 1942. De gebouwen zijn opgetrokken op de oude keermuur
die gerestaureerd werden in 1995. |
|
|
Het regentenhuis
Het 16de-eeuwse regentenhuis
was van 1811 tot 1903 in gebruik als vergaderplaats van de regenten van de
Godshuizen. Het pand heeft een overkluizing over de Dieze, die in de 16de
eeuw de Groote Stroom heette. De gevel vertoond talrijke bouwsporen uit het
verleden. Het interieur is nog grotendeels intact en ademt nog de geest van
de 17de en 18de eeuw. Omstreek 1880 namen de zusters
van Trier de bediening van het
gasthuis over en werd de zolder een meter op
gezet zodat die ruimte gebruik kon worden voor de slaapplaats
van de zusters. In het gebouw heeft nu de rederijkerskamer Moyses Bosch zijn
thuishaven.
De Waterpoort
De Groote Stroom was vroeger bevaarbaar
voor de binnenschepen. Bij het nu nog zichtbare restant van de Waterpoort
spitste de Marktstroom zich af van de Groote Stroom. De in 1966 gedempte Marktstroom
lag binnen de eerste stadsmuur en was in feite de eerste binnenhaven van
’s-Hertogenbosch.
Het Mariapaviljoen
Dit gebouw werd in 1915 opgetrokken voor
de behandeling van personen die leden aan besmettelijke ziekten.
De wet die
de gemeente
verantwoordelijk
|
stelde voor
de
opvang van besmettelijke zieken
dateert uit dezelfde periode. De toenmalige directeur gemeentewerken J.
Kersemaekers ontwierp een
voor die tijd modern gebouw.
De
opzet was
efficiënt: in elk van de vier hoeken was er opvang mogelijk voor lijders aan
verschillende ziekten. De meest voorkomende ziekte was tuberculose of tbc.
De patiënten konden ook gebruik maken van een open dakterras en van een
draaiplateau waarbij bezonning van alle zijden mogelijk was. Vanaf 1942 zijn
in het gebouw verschillende andere ziekenhuisafdelingen gevestigd
geweest, met als laatste het facilitair bedrijf.
|
Het nieuwe ziekenhuis
Deze gebouwen zijn ontworpen door de
architectencombinatie Leiden – ’s-Hertogenbosch (Kirch Hermans van der
Eerden). Voor de bouw van het nieuwe ziekenhuis moesten een deel van de
volksbuurt de Pijp en de Hoge Nieuwstraat verdwijnen. Met de realisatie van
dit enorme ziekenhuis leek de wens voor meer ruimte op het terrein eindelijk
vervuld. Al snel bleek ook dit nieuwe complex toch weer te klein om
de
toenemende stroom patiënten te kennen opvangen.
|
Het stergebouw
Het zogenaamde stergebouw werd in 1911
opgetrokken naar een ontwerp van rijksbouwmeester architect Vrijman en
beantwoordde aan de nieuwste inzichten op het gebied van de ziekenzorg. Het
gebouw bestaat uit een centraal gedeelte met trappenhuizen, onderzoekruimtes
en een aparte operatiekamer. Daarnaast zijn er
vier richtingen uitstekende paviljoenen met platte daken. In
deze vleugels bevonden zich de ziekenzalen.
Grote geveloppervlakten zorgden voor licht en lucht. Het gebouw is door
allerlei aanbouwsels ontsierd en heeft hiermee sterk aan kracht en
helderheid ingeboet.
De kapel
De neogotische kapel vormt een bouwkundig
geheel met het zusterhuis. De langs de kapel oprijzende liftschacht i
illustratief voor de geringe esthetische waarde van de
toevoegingen en aanbouwsels op de ziekenhuissite. De kapel werd in de jaar
1960 ‘gemoderniseerd’:
wandschilderingen werden overschilderd en het plafon werd
verlaagd. Boven de verlaagde plafons bevinden zich nog de restanten van de
oude muurschilderingen.
Het zusterhuis
Het gebouw is ontworpen in neorenaissance
stijl door de architecten Vrijman en Klompers. Links van de ingang bevonden
zich de ziekenzalen en de dienstvertrekken en kantoren voor het
lekenpersoneel. Het rechtergedeelte was het ziekenhuis dat tot enkele jaren
geleden door de zuster bewoond werd. Naast de entree is door Jan van Sleeuwen
gemaakt puntgedicht te lezen over het verblijf van de zusters van de
heilige Carolus Borromeus in
’s-Hertogenbosch. De zusters van Trier, zijn
niet meer hier, het leven is niet meer wat het was:
servitudo et humilitas.
|
Het mortuarium
In zijn huidige vorm is het mortuarium een
ingekorte versie van het oorspronkelijke
gebouw uit 1888, toen bekend als
het Sint-Jozefpaviljoen. Het werd gebouwd als polikliniek met een
aangrenzend lijkenhuis en rouwkapel. In 1976 is het gebouw min of
meer gehalveerd om meer
parkeerruimte te
kunnen creëren. De monumentale ingangspartij
van de polikliniek werd daarbij
|
verplaats naar de nieuwe zuidgevel. De beeltenis in het fronton boven de
poort, met een voorstelling van de zeven werken van barmhartigheid, is van de kunstenaar Hendrik
|
|
van der Geld. De gevels zijn opgetrokken uit
baksteen met speklagen en gele steen. De detaillering geldt als een
schoolvoorbeeld van ambachtelijk architectuur.
De polikliniek
Met de bouw van de nieuwe polikliniek
manifesteerde de instelling zich prominent aan
de Nieuwstraat. De nieuwe entree was zo opgevat dat ambulances en taxi’s
overdekt konden voor rijden.
Bij een nieuw entreegebouw paste ook wel een nieuwe bouwstijl, die ook wel
een zuidelijke variant van de Amsterdamse school genoemd kan worden.
Architect Van Dillen gaf hiermee het ziekenhuis aan de Nieuwstraat een fraai
nieuw gezicht. De beelden in de voorgevel stellen aan de rechter zijde Vincentius à Paulo en aan de linkerzijde de heilige Elisabeth van Thüringen
voor. Ze zijn vervaardigd door het bekende beeldhouweratelier Van Bokhoven
en Jonkers uit ’s-Hertogenbosch.
|
De panden aan de
Nieuwstraat (20-32)
De huizen zijn gebouwd in de 18de
en de 19de eeuw, maar de geschiedenis van de straat gaat terug
tot 1641. Toen besloot het stadsbestuur om het voormalige
Predikherenklooster te verkopen aan de ‘projectontwikkelaars’ Gans en Blom.
Het gebied rond het klooster werd herverkaveld en daarbij ontstonden. De
Eerste Nieuwstraat heet nu nog steeds Nieuwstraat. De Tweede Nieuwstraat
draagt de naam Sint-Josephstraat, en de Hoge Nieuwstraat heeft plaatsgemaakt
voor de nieuwbouw
van het GZG in de jaren 1960. Op een kadasterkaart uit
1817 is de verkaveling van de panden 20 tot en met 32 al zichtbaar.
|
Bronnen,
noten en/of referenties:stadsarchief,
vof GZG
|
|
|
|
|
Foto's
copyright
©
bij groetenuitdenbosch.nl |
|
|