|
Geschiedenis
De Historie van
's-Hertogenbosch
Op 26 november 1442
stichten de executeurs-testamentair van de op 19 november 1439 overleden
Reinier van Arkel een gasthuis voor
zinneloze. De volgende dag leest
notaris Rutger van Arkel de door hem opgemaakte stichtingsakte voor aan de
executeurs de
gezamenlijke buren en de vuurmeesters van het Hinthamereinde
waar het gasthuis gevestigd zal worden. Het zinnelooshuis is alleen bedoeld
voor die krankzinnigen die gevaar opleveren voor zichzelf of voor anderen
het volgend jaar (1445) geven de Bossche
schepenen toestemming tot de oprichting van dit gasthuis.
Een schilderij van de Bosschenaar J. Raats, Laat het moment zien waarop het
testament van Reinier van Arkel wordt voorgelezen. (Godhuizen) |
|
De
bestuurders worden
verplicht ieder jaar op vrijdag vóór
Palmzondag rekening en
verantwoording af te leggen in
aanwezigheid van de schepenen. Reinier van Arkel is momenteel het oudste
psychiatrisch ziekenhuis van Nederland.
In 1463 woedde er een grote brand in Den Bosch, hetgeen de toen 13-jarige
Jeroen wellicht heeft aanschouwd. Bij deze brand gingen 4000 huizen in
vlammen op. In het werk van Jeroen Bosch komen vaak stadsbranden voor,
bijvoorbeeld de Tuin der Lusten. (particulier collectie) |
|
|
|
In
het huis De Grote Ketel in de Verwersstraat breekt op 13 juni 1463 brand
uit. Het vuur verspreidt zich snel en doet behalve de Verwersstraat ook de
Kolperstraat, de Ridderstraat, Achter het Wild Varken, een deel van de
Vughterstraat, de Snellestraat, de Minderbroederstraat en een deel van de
Markt en de Pensmarkt in vlammen opgaan. Onder de honderden huizen
die in de as gelegd worden zijn een deel van het stadhuis en het klooster
van de Minderbroeders. Voor de wederopbouw van het Minderbroederklooster
verleent Lodewijk van Bourbon, prins-bisschop van Luik, krachtige steun.
Tengevolge van de stadsbrand van juni j.l. verbiedt het stadsbestuur de bouw
van huizen met daken van riet of stro. Van de overige huizen moeten binnen
tien jaar het riet of stro vervangen worden door lei of tegels. Ter
aanmoediging wordt er een premie op gezet: voor iedere roede lei 40 stuivers
|
en voor iedere roede tegels 24 stuivers om dit te bekostigen worden de
accijnzen op bier, wijn en mede verhoogd.
In het begin van de
zestiende eeuw wordt herhaalde malen gevochten met Gelre. In 1507 komt de
vorst van Anholt met een leger op verzoek van
's-Hertogenbosch om het slot Poederoyen te veroveren dit slot aan de overzijde van de Maas gelegen vormt
een
bedreiging van de stad.
De vorst brengt twaalf stukken grof geschut mee bijgenaamd 'de twaalf
apostelen'. Hij valt de burcht aan met hulp van Bosschenaren en dwingt deze
tot overgave.
Het Kanon Stuergewhalt ook wel
de "Boze Griet" genaamd op het bastion Oranje. (J.A.M. Roelands) |
Het stadsbestuur sluit
in 1510 een overeenkomst met de Keulse meestersmid Jan Zeghem over het
smeden van een groot kanon. Als eindelijk het kanon wordt afgeleverd blijkt
het ondeugdelijk te zijn de Keulse smid trekt terug naar zijn woonplaats en
klaagt bij zijn stadsbestuur het Bossche schepencollege aan daar zij
hem niet méér wilden
betalen na een
proces betaalt de stad tenslotte. Het kanon dat officieel 'Stoer Geweld'
heet wordt
|
gewoonlijk 'De
Boze Griet' genoemd het ligt momenteel in
het houten gebouw op het bastion Oranje. Enige ruiters proberen in 1677 het
kanon "De Boze Griet" (liggend achter het stadhuis) naar de haven te brengen
en te verschepen het stadsbestuur komt erachter. Het blijkt dat het kanon
(eigendom van de stad) door de Raad van State is weggeschonken aan Maurits
van Nassau. Maurits schrijft een brief aan de stad waarbij hij zegt niet op
de hoogte te zijn van het feit dat
de stad de bezitter van het kanon is hij verzoekt de stad het hem te
schenken dat gebeurt niet.
In 1516 overlijdt de
schilder Jeroen Bosch (geb. ± 1450) in zijn geboortestad 's-Hertogenbosch.
Over het leven van deze beroemde schilder wiens werk over de hele wereld
verspreid is weinig bekend in 1480/81 komt zijn naam voor het eerst voor in
de rekeningen van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. In 1486/87 geeft
hij zich op als buitenlid van deze broederschap om in 1488 gezworenlid te
worden. Op 9 augustus 1516 wordt hij begraven de begrafenis wordt betaald
door de broederschap zoals gebruikelijk voor gezworenbroeders.
Het oudste bekende portret van
Jeroen Bosch, uit het midden van de zestiende eeuw. (Stadsbibliotheek Arras) |
Voor de verdediging van 's-Hertogenbosch
in 1528 tegen de
Geldersen wordt de stad verder versterkt onder andere wordt een nieuwe
Sint-Janspoort aangelegd. De strijd tussen Brabant en Gelder wordt verhevigd
bij de
belegering van
het Gelderse Tiel zijn er zoveel gewonden dat het Groot Gasthuis, het H.
Geesthuis en het klooster
van de Zusters van Orthen vol liggen. Als de belegering opgeheven moet worden ligt de
Meierij weer open voor Gelderse plunderaars in oktober |
|
|
wordt een vredesverdrag getekend. Op bevel van Brussel
moeten in 1542 de stadsmuren versterkt worden met een aarden wal van 24 voet
breedte hierdoor moeten meer dan 200 huizen en huisjes afgebroken worden.
Voorts moeten alle bomen binnen een zekere afstand van de muren gekapt
worden ook het klooster Baseldonk moet van het stadsbestuur afgebroken
worden teneinde de vijand Maarten van Rossum geen gelegenheid te geven zich
te verschansen. Het klooster zal verplaatst worden naar de
Windmolenberg, maar voorlopig nemen de
kloosterlingen hun intrek in
het rijke fratershuis. In 1543 ligt Maarten van Rossum voor
's-Hertogenbosch en eist de stad op de Bosschenaren geven antwoord door de
boodschapper dood te
schieten.
Van Rossum trekt weg en verbrandt uit wraak de Reut en Vught.
Aan de buitenzijde van de stad
de Sint-Janspoort gezien op de voorgrond de rivier De Dommel ca. 1880
(stadsarchief) |
|
|
|
Foto's
copyright
©
bij groetenuitdenbosch.nl |
|
|