|
Geschiedenis
Het beleg van 's-Hertogenbosch
1629
|
De opmars naar
's-Hertogenbosch
-
Op 24
april vertrok Frederik Hendrik met 24.000 man voetvolk en 4.000 ruiters via
Utrecht in de
richting van Arnhem en
Nijmegen om het leger te groeperen op de Mookerheide, waar eerder in 1574 de Slag op de Mookerheide had
plaatsgevonden.
Een kaart van het beleg van
's-Hertogenbosch ca. 1630
|
De zomer van 1629 was relatief warm en droog. Dit maakte de
verplaatsing van kanonnen en een grote troepenmacht eenvoudiger. Op
28 april kwam het Staatse leger daar bijeen voor een wapenschouw. Tegelijkertijd werd
een schipbrug over de Maas bij Grave aangelegd. Deze brug was in een dag
klaar, waarna Frederik Hendrik naar 's-Hertogenbosch oprukte. Voor
de Brabantse steden
's-Hertogenbosch en
Breda werd toen duidelijk, dat de
strijd zich in Brabant, en niet in Pruisen, zou afspelen. Vanwege eerdere
mislukte aanvallen op
's-Hertogenbosch in 1601 en in 1603 door prins Maurits
maakten de Bosschenaren zich in eerste instantie niet druk. Ze waren wel op
hun hoede. Toen op 1 mei schepen bij Fort Crèvecoeur lagen en de troepen van
Frederik Hendrik de stad omsingelden, werd
duidelijk, dat 's-Hertogenbosch het doelwit was. Dezelfde dag nog
werden bodes
naar Brussel gestuurd met
de vraag om troepenversterking. De |
stad kon door de warme en
droge weersomstandigheden makkelijker omsingeld worden.
Voorbereidend werk
-
Rondom
's-Hertogenbosch liet Frederik Hendrik nu twee linies bouwen: de
Circumvallatielinie en dichter bij de stad de Contravallatielinie. Beide
linies waren dijken van ongeveer 1.80 meter hoog. De Circumvallatielinie
moest er voor zorgen, dat er geen aanvallen van buitenaf gepleegd konden
worden. Vanuit de
Kanonstellingen en loopgraven bij
's-Hertogenbosch. Ook soldaten hielpen met de aanleg van de staellingen,
getuige de op de voorgrond met rijshout slepende musketier. Schilderij
toegeschreven aan Pieter de Neyn (1597 - 1639) |
Contravallatielinie werd de stad aangevallen. De Circumvallatielinie werd versterkt door veel schansen, redoutes en
kwartieren, en was ongeveer 45 kilometer lang (11 uur gaans), terwijl de
Contraval-latielinie zo'n 25 kilometer lang was. De aanleg van deze linies
werd in enkele weken voltooid,
door inzet van 24.000 soldaten en 10.000
boeren. Twee jaar eerder, bij het Beleg van Grol, had Frederik Hendrik
een circumvallatielinie voor het
eerst uitgetest, met succes. In eerste instantie werden vijf kwartieren rond
de stad aangelegd. Het Kwartier
van Bredero bij Den Dungen werd later
aangelegd, omdat de afstand tussen het Kwartier
van Frederik Hendrik in Vught en Kwartier van Ernst Casimir in
Hintham te groot was. Op deze manier werd de stad
|
|
omsingeld, zodat er geen
aanvallen op de linie gepleegd kon worden en er ook geen hulp gehaald kon
worden. Toch waren er bodes naar Brussel gestuurd om hulp te vragen. Hendrik
van den Bergh werd naar 's-Hertogenbosch gestuurd met een leger van 40.000
soldaten. Willem Pijnssen was met 22 compagnieën eerst naar de
Schenkenschans getrokken, om zich later bij Frederik Hendrik in
's-Hertogenbosch te voegen. Juist waar Pijnssens leger
gestationeerd zou worden, bij Deuteren, kwamen in de eerste week van mei nog 1.000 Spaanse
soldaten aan. Dit was een welkome
versterking voor
|
's-Hertogenbosch. Tegelijkertijd werd vlakbij Haanwijk
de Dommel afgedamd,
evenals de Aa bij Hintham. De Dieze werd
in het noorden bij het Kwartier van Graaf van Solms ook afgedamd. De
Dommel
en
de Aa
werden afgedamd, opdat het water niet meer naar de
stad
kon
stromen. De Dieze werd in het noorden afgedamd, zodat het
water uit de Maas niet meer naar de stad kon stromen. De vallatielinies
hadden meteen een enorme polder gecreëerd, die men nu kon droogleggen. Het
water werd met rosmolens uit de polders gepompt. In twee weken tijd was het
water al 35 centimeter gedaald. Er werden ook loopgraven gegraven in de
richting van de stad. Rond 1570 had Filips van Hohenlohe een fort op de
oostelijke oever van de Dieze gesloopt. Hij liet kort daarna op de
westelijke, Staatse kant een nieuw fort
bouwen: Fort Crèvecoeur. Frederik
Hendrik kon dankzij dit fort de scheepsvaart op de Dieze en de Maas
controleren.
Prins Frederik Hendrik (rechts) en Graaf Ernst Casimir (links) bij het beleg
van
's-Hertogenbosch. Schilderij van Pauwels van Hillegaert (1596 - 1640) |
Achteraf bleek dat, mede door dit fort, het beleg een succes werd. Het fort
werd namelijk gebruikt voor de bevoorrading van de troepen.
Via Heusden werd het leger ook bevoorraad. Met deze twee bevoorradingsroutes en
het gegeven dat de stad omsingeld was, was het
eigenlijk een kwestie van tijd totdat
's-Hertogenbosch ingenomen werd.
Frederik Hendrik kon zijn leger voornamelijk |
via het water bevoorraden,
terwijl 's-Hertogenbosch
logischerwijs niet meer bevoorraad kon worden. Toch was simpele uithongering
niet de methode waar Frederik Hendrik voor koos. Door de grote
voedselvoorraden die vestingsteden opgeslagen hadden zou het langer dan een
jaar kunnen duren voordat men tot overgave gedwongen zou worden, wat enorme
kosten met zich mee zou brengen. Dat zou de belegering ook tot in de
wintermaanden laten voortduren, wat de belegerende strijdmacht aan grote
ontberingen zou blootstellen met vermoedelijk een hoog aantal verliezen door
ziekte als gevolg.
|
|
Foto's
copyright
©
bij groetenuitdenbosch.nl |
|
|