|
Geschiedenis
Tijdslijn van het beleg van
's-Hertogenbosch 1629
Het Beleg van
's-Hertogenbosch in
1629 was een groots opgezette tegenaanval op de Spanjaarden door prins
Frederik Hendrik, tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Het beleg duurde van
april tot half september. Uiteindelijk werd de stad 's-Hertogenbosch door
Frederik Hendrik van Oranje ingenomen. Hieronder zie je de tijdlijn van het
Beleg van 's-Hertogenbosch in 1629.
25
maart |
|
De Staten-Generaal hechten hun goedkeuring aan een onderneming door
Frederik Hendrik tegen 's-Hertogenbosch. |
23 april |
|
Frederik Hendrik verlaat Den Haag om
zich op weg te begeven naar het verzamelpunt van het leger op de
Mokerhei. |
25
april |
|
Frederik Hendrik
arriveert te Arnhem. |
29
april |
|
Op weg naar Den Bosch
steekt het leger van Frederik Hendrik met behulp van een schipbrug
de Maas bij Grave over. Aartshertogin Isabella schrijft vanuit
Brussel aan Philips IV van Spanje dat de 'rebellen' van zins zijn
Den Bosch of een andere belangrijke stad te belegeren. Op deze dag
heeft Den Bosch 2100 man aan troepen binnen haar muren. |
30
april |
|
Het Staatse leger
arriveert op de Vughterheide: de bewaking van de stadswallen wordt
versterkt en verscherpt. Nauwkeurige inventarisatie van alle
munitie- en voedselvoorraden. Het vee buiten de muren wordt
binnengehaald. Gouverneur Grobbendonck laat Brussel weten dat
Frederik Hendrik richting Den Bosch trekt en dringt aan op
troepenversterking en financiële steun. |
1 mei |
|
Frederik Hendrik
vertrekt vanuit Heeswijk naar Vught en vestigt er zijn
hoofdkwartier: ook in Hintham, Orthen en Engelen worden troepen
gelegerd. Een lading rijshout arriveert bij Den Bosch, ten behoeve
van de Staatse belegeringswerken. In Den Bosch worden prijsafspraken
voor brood gemaakt en burgers ingeschakeld bij de versterking van de
verdedigingswerken. Eerste schermutselingen tussen de Staatse
belegeraars en het stedelijk garnizoen; enige huizen gaan in vlammen
op. |
2 mei |
|
Twee boden van Hendrik
van den Bergh arriveren in de stad met de mededeling dat een
ontzettingsleger spoedig op weg zal zijn naar Den Bosch. |
3
mei |
|
De Aartshertogin laat
Madrid weten dat het beleg van Den Bosch een feit is. Aankomst van
:t 1400 Gelderse boeren om voor de Staatsen graafwerk te verrichten.
In de stad worden graan, buskruit e.d. in speciale kelders
ondergebracht. 'sNachts steken Bossche soldaten dijken buiten de
stad door om de Staatsen in hun vorderingen te hinderen. |
4 mei |
|
Kapitein Kevelaer komt
met 800 manschappen uit het garnizoen van Breda en 60.000 cronen aan
soldij, heimelijk de stad binnen. In dit stadium konden de troepen
nog bij nacht door de linies breken; weliswaar waren zij gedwongen
om vanaf Vlijmen tot hun middel door het water te waden. |
9 mei |
|
De gedeputeerden in
het Staatse leger schrijven naar Den Haag dat 200.000 gulden per
maand niet voldoende is en dat de provincies een dubbele bijdrage
moeten leveren. De magistraat van Den Bosch laat een nieuwe
inventaris van al het voedsel en andere belangrijke goederen maken.
Het blijkt dat spek en boter schaars zijn. |
11
mei |
|
De dijk tussen Orthen
en Hintham is doorgestoken; ondanks de inundaties maakt Frederik
Hendrik bij Hintham vorderingen. |
13 mei |
|
Verzoek van Frederik
Hendrik aan de Staten-Generaal om een lichting van 6000 waardgelders
i.v.m. eventuele ontzetpogingen door Van den Bergh. |
14/15 mei |
|
Pogingen van
manschappen van Frederik Hendrik om de Dommel via afdamming in de Aa
te laten stromen. |
15
mei |
|
Schepenen en raad van
Den Bosch maken officieel melding van het beleg van de stad in een
brief aan de Aartshertogin in Brussel. |
mei |
|
De gehele maand sturen
de Magistraat en Grobbendonck brieven aan de Aartshertogin en andere
instanties in Brussel met het verzoek om vooral geld en het zenden
van een hulpleger. |
19 mei |
|
Er is tot nu toe aan
de fortificaties en leningen 69.124 gulden uitgegeven en de Prins
wil nu spoedig approcheren. |
19/20 mei |
|
In de nacht dringen
enkele Bossche soldaten door in één van Frederik Hendriks kampen en
richten er vernielingen aan. Overdag wordt de stad met de eerste
kanonskogels beschoten. |
21 mei |
|
Op last van de
stadsregering vindt een personen- en graantelling plaats. |
26 mei |
|
Uitslag van
de telling van 21 mei is bekend: 11.300 niet-militaire personen, 2100
soldaten in de stad (de militairen uit de barakken zijn niet meegerekend). |
28
mei |
|
Mislukte uitval door de Bosschenaren: de
eerste gewonden in de stad. |
29 mei |
|
Toename van de beschietingen van de stad. |
30 mei |
|
Schepen van
Voorne noteert in zijn dagboek dat tot dusver 450 kanonschoten van de kampen
van Frederik Hendrik geteld zijn; het aantal gewonden valt erg mee. |
31
mei |
|
Tijdens beschietingen vallen de eerste twee
doden onder de burgerbevolking van Den Bosch. |
3 juni |
|
Schepen
van Voorne noteert dat de approches door het Staatse leger naar de
Hinthamerpoort niet vorderen en dat met een andere loopgraaf wordt begonnen.
Het geschut uit de stad vernielde echter weer veel. |
4 juni |
|
Een bode
uit Breda vertelt in Den Bosch dat een ontzettingsleger op weg is. |
5
juni |
|
De Raad
van State bericht aan de Staten-Generaal dat ze de bij hun betalingsplicht
in gebreke blijvende provincies wil aanmanen, om ze tot betalen te dwingen.
De stad Den Bosch leent 2231 pond oud lood van Ophovius om er musketkogels
van te maken. Dit lood stamde uit het klooster d'Eijkendonck. |
6 juni |
|
Philips
IV laat de Aartshertogin weten dat alles gedaan moet worden om Den Bosch te
behouden; zo mogelijk door Breda in te ruilen voor Den Bosch. |
8 juni |
|
Frederik
Hendrik maant nu tot ernstige spoed bij het zenden van de gevraagde 6000
waardgelders. Hij wil weten wanneer de compagnieën compleet en gewapend
kunnen zijn. |
11
juni |
|
Geruchten over een naderend ontzet bereiken
Den Bosch; er zouden 80.000 man in aantocht zijn. |
13 juni |
|
Vertrek
van een Spaans hulpleger onder aanvoering van Van den Bergh uit Brussel. De
gedeputeerden in het Staatse leger vragen weer geld om forten op de
Hemertse waard te herstellen, begroot 6400 gld. en om de arbeiders te
betalen. |
14 juni |
|
In het
Staatse kamp verneemt men dat Hendrik van den Bergh uit Brussel via Turnhout
op weg is gegaan naar de Langstraat. |
15
juni |
|
De stadsregering besluit het lood van de goten
en bakken van de huizen ook te vergieten tot musketkogels. |
16 juni |
|
Sergeant
Berrevoets doet een uitval met een aantal soldaten. Er worden 36 Staatse
soldaten gedood en geschut vernield. Geweren en munitie worden buitgemaakt. |
17 juni |
|
Weer een
uitval door een aantal Bossche soldaten: men doodt 41 Staatsen en verliest
zelf één man. |
19
juni |
|
Troepen
van Hendrik van den Bergh slaan hun Kampement op te Turnhout. |
20 juni |
|
Bossche
soldaten dringen het Staatse kamp binnen en steken planken in brand, die.
bij het approcheren worden gebruikt. |
26 juni |
|
Hendrik
van den Bergh laat kolonel Diesdorf Vught aanvallen. Diesdorf en de zijnen
moeten de hele nacht door water lopen en moeten zich tenslotte zonder
resultaat terugtrekken. |
28
juni |
|
Het leger
van Van den Bergh is gearriveerd bij Haaren en Helvoirt. Het huis te Boxtel
wordt ingenomen. |
30 juni |
|
De
Bosschenaren zien grote vuren bij Eindhoven en Woensel: stijgende hoop op
ontzet. |
juli |
|
Telkens weer dringen geruchten en berichten
over een eventueel ontzettingsleger door in Den Bosch. |
2
juli |
|
Legereenheden van Hendrik van den Bergh proberen te voet en te paard het
kwartier van Frederik Hendrik te Vught in te nemen. Na enkele
schermutselingen mislukt dit. |
3 juli |
|
Twee
aanvallen op de posities van Frederik Hendriks leger, door legereenheden van
Hendrik van den Bergh. Zowel de één (bij Vught) als de ander (bij Vlijmen)
wordt afgeslagen. De Raad van State te Den Haag schrijft een nieuwe petitie
van 500.000 gulden op de legerlasten uit. |
8 juli |
|
Een grote uitval wordt gedaan, waaraan 150
vrijwilligers deelnemen. |
9
juli |
|
Van den
Bergh trekt met zijn leger naar de Boxtelse heide, alwaar hij vanuit Brussel
van de Krijgsraad orders krijgt naar de Veluwe te trekken. |
17 juli |
|
De
Staatsen onderscheppen een brief van Hendrik van den Bergh aan Grobbendonck,
waarin eerstgenoemde meldt niet in staat te zijn Frederik Hendrik aan te
vallen, en daarom van plan is zich aan te sluiten bij de keizerlijke troepen
die op weg zijn naar Wezel. |
18/19 juli |
|
De forten Isabella en Anthonie vallen in
Staatse handen. |
22
juli |
|
De
Spaanse gouverneur van Lingen, Lucas van Cairo, krijgt opdracht bij
IJsseloort de Ijssel over te steken (hetgeen lukt) teneinde contact te
maken met Van den Bergh's troepen. Nu staan dus'"1rpaanse en keizerlijke
troepen naast elkaar tegenover de Staatsen. |
23 juli |
|
De
burgers krijgen vanaf deze dag vuurwapens en kruit omdat de vijand zo
dichtbij komt, dat zij bij de actieve verdediging betrokken moeten worden.
Een Staats leger o.I. v. graaf van Stirum trekt op tegen een Spaans leger op
de Veluwe, doch wordt verslagen en moet naar Arnhem vluchten. |
28 juli |
|
De
Aartshertogin laat Madrid weten dat ontzetpogingen mislukt zijn en dat men
zal overgaan tot het uitvoeren van een afleidingsmanoeuvre op de Veluwe.
Hendrik van den Bergh rukt op via Wezel, waar hij de Rijn oversteekt, naar
de plaats waar Cairo op 22 juli de Ijssel is gepasseerd. |
31
juli |
|
Hendrik
van den Bergh trekt de IJssel over, en neemt zijn intrek in Dieren. |
4 augustus |
|
De hele
nacht is er hevig geschoten. Bisschop Ophovius celebreert de Hoogmis bij de
Predikheren, op het feest van St. Dominicus. Tijdens de processie wordt een
aanval uitgevoerd op de halve maan voor de Vughterpoort. De vijand wordt
teruggedreven . Vele Franse edellieden vinden de dood. Op één van hen wordt.
een brief gevonden, geadresseerd aan zijn ouders, waarin hij melding maakt
van zware verliezen aan de kant der Bosschenaren. |
7 augustus |
|
De
Kapitein de Campaigne loopt over naar het Staatse kamp als hij gevangenen
gaat uitwisselen. Hij heeft de dag daarvoor de verdedigingswerken van de
stad nog uitgebreid bekeken. Bisschop Ophovius krijgt bezoek van een
radeloze Grobbendonck. Er is groot tekort aan buskruit en al twee maanden
lang is er geen bericht meer uit Brussel gekomen. Ophovius merkt op, dat
zonder buskruit de stad verloren is. Waar menselijkerwijs gesproken geen
hoop meer is, moeten we ons op God verlaten. |
8 augustus |
|
Vergadering op het stadhuis van Den Bosch: Grobbendonck
deelt mee dat er nog maar voor 15 dagen kruit aanwezig is. |
9 augustus |
|
De
magistraat komt bisschop Ophovius namens de gouverneur verzoeken, om samen
met de abt en de deken een brief op te stellen voor de Aartshertogin en haar
uit te leggen hoe ernstig de situatie is. |
10 augustus |
|
Er worden 4
boden uit de stad gesmokkeld. Eén van hen moet contact zoeken met graaf
Hendrik van den Bergh. |
11
augustus |
|
Gedeputeerde te velde Nobel is in Den Haag om geld 'los te peuteren': er
zijn nl. grote hoeveelheden rijshout nodig om grachten te dempen en
fortificaties te herstellen en te beschermen tegen de zware regens.' |
13 augustus |
|
Zonder
weerstand van betekenis geboden te hebben, geeft Amersfoort zich onder
leiding van burgemeester van Dam over aan keizerlijke troepen onder
aanvoering van Montecuculi. |
14 augustus |
|
Postduiven keren terug in de stad met brieven
uit Eindhoven. Verschillende boden zijn onderweg aangehouden, zo meldt de
commandant in Eindhoven. Spaanse troepen zijn onderweg naar de stad. |
15
augustus |
|
Bossche
soldaten doen een mislukte poging om de dijk van de Aa door te steken. Bij
een zware aanval wat later op de dag verliest Grobbendonck ongeveer 80
man. |
19 augustus |
|
Een Staats
leger o.l.v. kolonel van Dieden en de gouverneur van Brevoort, Wolff, neemt
Wezel. Philips IV benadrukt dat Isabella in alle gevallen zelf de
beslissingen moet nemen die haar goeddunken. |
22 augustus |
|
De Staatsen achten het nodig van de West
Indische Compagnie 200.000 gulden te lenen, ter financiering van het leger
rond Den Bosch. |
23
augustus |
|
Bisschop
Ophovius tekent in zijn dagboek aan dat deze avond de vijand zeer
luidruchtig de inname van Wezel aan het vieren is. 'Met een menigte canonades ende musquetades, oft het gehagelt ende gedonderd hadde',
schrijft een andere Bosschenaar. |
26 augustus |
|
Overleg
tussen de gouverneur, de magistraat en de bisschop, Besloten wordt een
priester uit de stad te smokkelen met een vertrouwelijke brief voor de
Aartshertogin: als er binnen 8 of 10 dagen geen redding komt wil de
gouverneur onderhandelingen met de vijand openen. |
27 augustus |
|
Een pater dominicaan is bereid de brief naar
Brussel te smokkelen maar de gouverneur laat hem niet gaan. Twee andere
boden slagen erin door de vijandelijke linies te zwemmen maar ze verliezen
onderweg de brief. |
29
augustus |
|
Gouverneur
Grobbendonck geeft opdracht de Vughterdijk af te snijden, maar de huizen te
laten staan. |
30 augustus |
|
Vanaf de
toren van de St. Jan neemt bisschop Ophovius de situatie in ogenschouw. De
vijand staat nu voor de Vughter- en de Hinthamerpoort. Nergens is er iets
van een eventueel ontzettingsleger te bespeuren en intussen raakt het
buskruit op. |
31 augustus |
|
Voor het eerst bereikt een brief van de
Aartshertogin de burgerij van Den Bosch. Zij dankt voor het moedige verzet
en spoort aan tot volharding. |
1
september |
|
De Staatse
belegeraars beginnen de muren bij de Vughterpoort te 'breken' om er een mijn
te leggen. |
4 september |
|
Bisschop
Ophovius, de abt van Berne de dekenen de leden Loeff en Van Voorne namens
de magistraat en de pensionaris gaan naar gouverneur Grobbendonck en laten
hem onder ede verklaren hoeveel kruit er nog exact is. Antwoord: nog voor 10
dagen. |
9 september |
|
Ontploffing van een mijn aan de Vughterpoort waarna de 'halve maan'
daarvoor wordt ingenomen. De Aartshertogin schrijft Madrid dat er in Den
Bosch tot dusver 1000 mensenlevens en 500 gewonden te betreuren vallen. De
magistraat en geestelijken gaan over tot het opstellen van voorwaarden voor
onderhandelingen met de Staatsen. |
11
september |
|
Een groot
deel van het bolwerk aan de Vughterpoort door een nieuwe mijn verwoest.
Toestand bijkans onhoudbaar verlangen om te onderhandelen wordt
groter. Twee officieren van beide kampen gaan over en weer om
onderhandelingen te openen. |
12 september |
|
Afgevaardigden der stad begeven zich naar het legerkamp (abt van Moors,
kapitteldeken Hermans, de kapiteinen Boesbeeck en Appelman en een zestal
burgers als vertegenwoordigers van de drie leden van de magistraat). Zij
overhandigen 43(!) voorwaarden waaronder de stad zich wil overgeven. De Staatsen overhandigen hun voorwaarden. De voltallige
vergadering der
Staten-Generaal is vandaag in Vught gearriveerd. |
13 september |
|
Bisschop
Ophovius neemt nu ook deel aan de onderhandelingen in het legerkamp. |
14
september |
|
Ondertekening van het capitulatieverdrag door enerzijds Frederik Hendrik en
anderzijds bisschop Ophovius en de afgevaardigden van de stad. Met het
garnizoen wordt een afzonderlijk verdrag gesloten. |
17 september |
|
Uittocht
van het garnizoen van de stad Den Bosch dit onder belangstelling van
prominenten uit heel Europa. Ook de jezuïten verlaten de stad. |
19 september |
|
Plechtige
dankdienst in de St. Jan die nu is overgedragen aan de protestanten. |
22
september |
|
Bisschop
Ophovius komt in Vught op visite bij Prinses Amalia. |
23 september |
|
De Staten-Generaal komen eenmaal binnen de stad in vergadering bijeen. |
24 september |
|
De Prins en Prinses van Oranje op bezoek in
het bisschoppelijk paleis. |
28
september |
|
Nu pas bericht de Aartshertogin Madrid
officieel van het verlies van Den Bosch. |
22 oktober |
|
Frederik
Hendrik verlaat Den Bosch. |
20 november |
|
Ophovius
verlaat definitief de stad. |
|
|
Foto's
copyright
©
bij groetenuitdenbosch.nl |
|
|