Stadswandeling

 Geschiedenis

 Binnendieze

 Sint-Janskathedraal

  Geschiedenis

  Het Interieur

  Het Exterieur:

         De Sint-Janstoren

         De Luchtboogbeelden

         Het Noorderportaal

         Het Zuiderportaal

  De Kapellen

  De Ramen

  De Stille Omgang

  De Kerststal

  Diocesaan geloofsfeest

 's-Hertogenbosch

 Vestingstad in het groen

 Bossche wijken

 Oeteldonk

 Evenementen

 

Sint-Janskathedraal

Het Noorderportaal

 

De gevel van het noordertransept werd omstreeks 1450 voltooid. Van het oorspronkelijke beeldhouwwerk is niets meer bewaard gebleven. Wel is bekend dat Maria het hoofdthema van de gevel vormde. De overvloed aan beelden die hier nu te zien is, dateert geheel uit de negentiende eeuw. 

         

De hoofdtoegang van St.-Jan was eigenlijk anders gepland: niet onder de romaanse toren met gotische spits, maar tussen twee hoge torens in. Nu kijken we naar het Noorderportaal, 'de voorgevel aan de Hinthamerstraat'.
       

In de tijd dat het noordertransept werd gebouwd, de eerste helft van de vijftiende eeuw, was mogelijk Willem van Baelre als bouwmeester aan de Sint Jan verbonden. Hij werkte echter ook in de bouwloodsen van enkele Utrechtse kerken. Zo was hij sinds 1393 steenhouwer aan de Dom en van 1440 tot omstreeks 1442 bad bij zelfs de leiding over de werkzaamheden aan deze belangrijke kerk. Dat hij desondanks vaak en langdurig in ‘s-Hertogenbosch verbleef, valt op te maken uit de klacht die de kerkmeesters van de Utrechtse Buurkerk omstreeks 1438 lieten horen, namelijk dat 'meister Willem altoes seer quat is te krijgen van ‘s-Hertogenbosch alhier'. Blijkbaar is Willem van Boelre in deze jaren dus nogal intensief bij de bouw van de Sint Jan betrokken geweest. Het valt echter moeilijk vast te stellen welke delen van de kerkgebouw onder zijn leiding tot stand zijn gekomen en het is daarom ook niet duidelijk in hoeverre Willem van Boelre heef bijgedragen aan het tot stand komen van de monumentale gevel van het noordertransept, een indrukwekkend voortbrengsel van de vijftiende eeuwse bouw kunst dat met zijn enorme afmetingen en zijn weelderige detaillering herinneringen oproept aan de transeptgevels en de portalen van sommige Franse kathedralen. De gevel bestaat uit drie gedeelten. Onderaan het portal met een brede, rijk gebeeldhouwde omlijsting en een tympaan boven de dubbele deuren. De top van het tympaan doorsnijdt sen galerij waarboven het grote transeptraam is aangebracht en het geheel wordt bekroond door een driehoekige topgevel die bestaat uit een enorme ronde beeltenis met een rijk besneden, opengewerkte omlijsting. Aan weerzijden van de transeptgevel zijn twee kolossale, sterk gelede steunberen geplaatst die, zich naar boven toe steeds versmallend, eindigen in reusachtige pinakels die als wachters aan weerszijden van de topgevel stam, In de oostelijke steunbeer is een traptoren aangebracht die de beide galerijen onder en boven het grote venster met elkaar verbindt. Vermoedelijk werd de gevel omstreeks 1450 voltooid want kort tevoren werd door de Bourgondische hertog Philip de Goede, tevens hertog van Brabant, aan de Sint-Jan een glasraam voor het noordertransept geschonken, een gebrandschilderd glas dat ongetwijfeld als hoogtepunt van de bouw gold. In 1450-1451 voltooide de glasschilder Jan van Lent dit werk. Dat overigens zoals alle oude gebrandschilderde ramen van de kerk inmiddels weer geheel verloren is gegaan. Ook van het vijftiende eeuwse beeldhouwwerk dat oorspronkelijk de transeptgevel sierde en waarvan niet meer bekend is dan dat het Maria als hoofdthema had, is niets meer bewaard gebleven. Een volgende stap in de bouwfase van dit portaal was het beschilderen van het gewelf, dat in de jaren daarna plaatsvond.

Waarschijnlijk via het Noorderportaal betraden in 1481 keizer Maximiliaan, zijn zoontje Philips (de Schone) en tal van edelen de kerk, toen zij er het Kapittel van het Gulden Vlies hielden. De bouwactiviteiten aan de Sint-Jan waren toen nog in volle gang, maar via deze ingang maakte men kennelijk de mooiste entree in de kerk.
      
Beschietingen tijdens het beleg van Maurits rond de stad waren er in 1602 de oorzaak van dat het raam gerestaureerd moest worden. In de loop der tijden is het raam toch verdwenen en vervangen door blank glas. Eveneens verdwenen de afbeeldingen in het gewelf onder de witkalk. Maar met de teruggave van de kerk aan de katholieken in het begin van de negentiende eeuw werd door de gelovigen ook gedacht aan een restauratie van de sterk verwaarloosde kerk naar dat wat zij eens geweest was: het gotische middelpunt van kerkelijk 's-Hertogenbosch.
      
Toen men het noordertransept in 1859 bij de eerste fase van de restauratie onder handen nam, werden de nog aanwezige fragmenten verwijderd waarna een volledig nieuw iconografisch programma werd ontworpen. De overvloed van beelden die thans aan de gevel te zien is, dateert dan ook in z

ijn geheel uit de negentiende eeuw. Het interieur van het noordertransept vertoont een aantal opmerkelijke details. Zo wijkt de vormgeving van het triforium aan de westzijde sterk af van het driepasmodel dat elders in de kerk is toegepast. Bovendien is hier ook de achterwand van het triforium gedeeltelijk doorzichtig gemaakt. De gewelven in het transept waren vermoedelijk ontworpen als eenvoudige kruisgewelven zoals ze werk in het hoogkoor zijn toegepast, maar klaarblijkelijk heeft de bouwmeester uiteindelijk toch aan een meer vertakt netgewelf de voorkeur gegeven. Men kan nu in de ribben van bet noordertransept nog steeds de vreemde knik waarnemen die nodig was om de gewelven volgens het gewijzigde ontwerp te voltooien.
         
Restauratie
In het midden van de negentiende eeuw begon de restauratie van de Sint-Jan. Architect Veneman maakte in 1859 het ontwerp voor het Noorderportaal. De toegangsdeur via dit portaal was geheel in neogotische stijl vervaardigd. In elk van de beide ingangen hing men een dubbele eikenhouten deur met
neogotisch snijwerk. Een nieuw restauratie bleek uit onderzoekingen in de jaren vijftig noodzakelijk. Daarom kwamen er in 1961 opnieuw steigers rond het noordertransept.
Gevaarlijke, loszittende onderdelen werden het eerst verwijderd, daarna konden afnemen van de te vernieuwen of herstellen onderdelen. Pinakels, kruisbloemen en andere onderdelen werden uitgenomen, op de grond opgemeten en gefotografeerd, uit de stukken die voor herplaatsing in aanmerking kwamen werden de ijzeren doken verwijderd, bij de herplaatsing werd een bronzen verankering toegepast om aan roestvorming voorgoed een einde te maken.
De nieuwe stenen delen werden nu uit Vaurion kalksteen vervaardigd, een materiaal waarmee ook de oude, gehandhaafde delen ingeboet werden. Tijdens de voortgang van het werk besloot men om voor die onderdelen die het meest aan het weer blootgesteld zijn, donkergrauwe, blauwige en bruine Hohenfelser bazaltlava toe te passen, niet alleen om de grotere bestendigheid daarvan, maar ook omdat de zachtere Vaurion wel erg licht van kleur is en scherp contrasteert met de bewaarde Gildehauser en Udelfanger zandsteen. Sinds 1964 werden, na proefnemingen, beide soorten steen verwerkt. Het beeldhouwwerk werd door J. de Bresser uitgevoerd. In 1967 was het noordtransept voltooid.
Vanaf 1966 was de uitvoering van het werk in handen van het Aannemersbedrijf Nico de Bont en Zonen te Nieuwkuijk, dat al bij veel monumentenrestauraties in Noord-Brabant zijn diensten bewezen

had en dat de hele tweede Sint-Jansrestauratie ten einde zou brengen.
      

Vanaf januari 2005 verrees aan de zijde van de Hinthamerstraat een 40 meter hoge staalconstructie met werkvloeren van acht bij dertig meter die tot het einde van de restauratie in 2010 is blijven staan. De restauratie van het Noordertransept van de Sint-Jan was een gigantische operatie. Ongeveer

450 kuub natuurstenen bekleding werd gedemonteerd en voor het grootste deel teruggeplaatst na vervanging van roestende doken, ankers en krammen. De restauratie van het noordertransept heeft ruim vier jaar in beslag genomen.
Bij de restauratie van de kooromgang is vooral veel natuursteen vervangen. Bij het noordertransept was dat niet nodig. De zandstenen bekleding die is aangebracht bij de eerste restauratie van de kerk vanaf 1868, verkeerde nog in zeer redelijke staat. Het probleem hier waren de ijzeren doken, krammen en ankers waarmee de natuurstenen blokken aan elkaar en aan de bakstenen kern van de kerk waren vastgeklonken. Deze roesten en zetten uit waardoor de stenen uit elkaar werden gedrukt.

      
Mariaportaal
Het Noorderportaal wordt ook Mariaportaal genoemd. Maria is het 2e patroon van deze kerk met grootse Maria beweging. De 1e patroon is Sint Jan de evangelist, daar is de hoofdingang aan de straatzijde aan gewijd. De boodschap aan Maria, bovenin Noorderportaal Helemaal bovenaan in het
Noorderportaal bevindt zich een beeld van de vader, man met Tiara. Tiara staat voor altijd. Ze zijn afgebeeld in een Medaillon. Naast onze vader zie je Maria. Dit beeld de boodschap aan Maria uit. De Maria bovenin het Noorderportaal gaf volgens de Bosschenaren de lijn van de hemel aan. Maria staat hier afgebeeld met God. God heeft in de Bijbel vele omschrijvingen, zoals o.a.: Koning van de aarde, het licht en heil van de mens, de hemelen verkondigen zijn gerechtigheid. Het Getal 1 staat als symbool voor God. De cirkel zonder begin en eind word ook vaak als symbool voor God gebruikt. Met daarin 3 ringen die elkaar overlappen in de vorm van een driehoek, de drie-eenheid.

Onderin het portaal heeft wat de opbouw betreft veel weg van een portaal van een Franse kathedraal: zowel op de eikenhouten deuren als op de natuurstenen boog treffen we veel

beeldhouwwerk aan. Centraal staat het beeld van Maria met kind, op de middenstijl. Wanneer u goed kijkt naar het Jezuskind herkent u in het gezichtje de trekken van Napoleon. De Bossche beeldhouwer Frans Kuijpers zou uit dankbaarheid voor het feit dat Napoleon de teruggave van de kerk aan de katholieken bewerkstelligde het kind deze overeenkomst hebben gegeven. Boven het Mariabeeld is een hoog gotisch baldakijn van vier geledingen geplaatst. Het valt op door de zeer fijne detaillering van de hogeltjes en pinakels. Voordat het baldakijn in 1863 werd geplaatst, werd het in 1862 tentoongesteld op de Wereldtentoonstelling in Londen. Maria in het Noorderportaal met kindje op de arm Maria had meer kinderen dan alleen Jezus. Dat

waren: Jozus, Jacobus, Judas en Simon. Ze had ook dochters maar we weten niet hoe ze heten. Jezus zei aan het einde van zijn leven tegen apostel Johannes “zie daar je moeder”. Hij bedoelde hiermee dat Maria de moeder voor al zijn volgelingen is. De hoofden op de tympaan tussen de slingerende band, zijn de 12 koningen van Israël. Een verwijzing naar het voorgeslacht van Maria. Verder vind je bij het Noorderportaal vier beeldjes van een Heraut met schild van 's-Hertogenbosch met de adelaar, wapen van het bisdom, schild van Brabant. Een Heraut is een functionaris versierd met het wapen van zijn meester, ze werden ingezet als boodschapper. De twaalf apostelen staan allemaal als beeldje met hun kenmerkende attribuut. De twaalf boodschappers van Jezus om het evangelie te verspreiden. Ze waren leerlingen van Jezus, Jezus leidde ze op en zond ze uit. Het waren gewone mannen met bijvoorbeeld visser of belastinginner als beroep. 12 is een magisch getal.
      
Gedachtenisteken
Voor het Mariaportaal werd rond 1990 een herinneringsteken opgericht voor de honderden uit de stad die rond de kathedraal werden begraven. Voor 1984 werden opgravingen verricht op het terrein waar nu de bouwloods staat en het veld rondom het kerkgebouw. De beeldhouwer Niel Steenbergen (1911) heeft in de vorm van 22 stenen een “memento mori” gesymboliseerd. De stenen verwijzen bijna allemaal naar de middeleeuwse ambachten één steen verwijst

naar de vele vereerders van de Zoete Moeder en één steen verwijst naar de Bossche stadsbevolking. Centraal in de kring staan een tekst uit Psalm 72: “Opkomen zal hij voor de armsten recht doen aan de kleinsten.”

         

Voor beschrijving van de beelden op de gevel klik op de nummer:

      

    

  

  

   

  

  

   7876  7779            

94939291                                                                        

  

 

 

80                                               

                                        83   

                                                                        95

81                                                

                                               84        

 

  74   82                                                           

                                                     85      75   

  

69   

                                                                                           90

15     27    

17   16     28   30      

64       18  e  f2g  h  29          63   

 73   3940    72  2120  d64  3 57i   3231    70        4546    71 

   5152           c 86 87 88 89 j            5857        

        4142         2122b                          k 3433             4748        

   5354        a10 9  8  1a111213l          6059        

  232414                                3635      

           

       434455562526                  1                 38376261    4950      

  65   66            67   68         

    

        

   Voor een diavoorstelling klik hier op de foto:

Bronnen, noten en/of referenties:
Ronald Glaudemans, Het noordtransept : Bouwhistorische documentatie (2010)

home

Website informatieGastenboek

Foto's copyright © bij groetenuitdenbosch.nl