|
Vestingstad in het
groen
De Moerputten
De
Moerputten vormen het grootste laagveengebied in Noord-Brabant. Het
gebied is een van de weinig overgebleven laagveenmoerassen ten
zuiden van de grote rivieren en daarom belangrijk voor de
ecologische hoofdstructuur van Nederland. Het gebied is zo’n 120
hectare groot met moeras, riet- en
biezenvelden, open water, bosjes van elzen en wilgen en
blauwgraslanden. Zoals de naam al aangeeft, werd er in de Moerputten
vroeger veel ‘gemoerd’, ook wel turf steken genoemd.
Slecht
bereikbaar - Tot
omstreeks 1920 is turf afgegraven in de Moerputten. Hierdoor
ontstonden ‘petgaten’ zoals de grote centrale plas van dertig
hectare. Daarop komt een groot aantal droge legakkers uit. Een
legakker is een dijkachtige smalle veenrug die werd gebruikt om
turf op te leggen. Het gebied is moeilijk te
bereiken, omdat de turf niet over land maar via het water werd
vervoerd.
Rivierduin
- Zo’n 10.000
jaar geleden liepen beken in het zuiden en oosten van
Brabant vast op de dekzandlaag en vormden een enorme plas water.
Zo ontstond een veenlaag. In het noorden van de Moerputten kun
je nog een deel van die dekzandlaag zien in de vorm van een oud
rivierduin.
Vlinder- en vogelleven
- De botanische waarden van de zogenaamde blauwgraslanden in het
gebied zijn van Europees belang. Er heerst een rijk vlinder- en vogelleven.
Met een beetje geluk zie je er ‘pimpernelblauwtjes’, een vlindersoort die
sinds de jaren zeventig nauwelijks voorkwam in Nederland.
|
|
Foto's
copyright
©
bij groetenuitdenbosch.nl |
|
|