|
Stadswandeling
De Oude Binnenstad
We zijn nu op de
Bossche Markt zoals uit de resultaten van opgravingen in 1977-1978 naar
voren is gekomen in de loop der tijden nogal eens van
|
aanschijn veranderd. De oudste berichten dateren uit het ijstijdvak toen
liepen hier en in de wijde omgeving beesten rond die
sindsdien merendeels zijn uitgestorven dat waren om de
voornaamste te noemen de wolharige neushoorn, de mammoet, het wilde paard,
het reuzenhert, ook het edelhert en het wilde zwijn. Toen er op de Markt een
Romeinse nederzetting kwam waren die dieren reeds lang verdwenen in de derde
eeuw na Christus zijn de Romeinen weer vertrokken en toen is het grote bos
ontstaan waaraan onze stad mede haar naam dankt dat woud is er ongeveer 1000
jaar lang geweest; in de tweede helft van de 12de eeuw werd het gedeeltelijk
gerooid. Het is hertog Hendrik I geweest die een begin maakte met het
bebouwen van de Markt hij liet op de Pensmarkt zijn kasteel bouwen in
tegenstelling tot de zuidoostzijde van de Markt waar het
laag en moerassig was (er liep ook nog een stroompje) was de noordzijde
hoger gelegen daar was een zandrug. En ongeveer tegelijk met zijn kasteel
liet Hendrik op deze plaats twee 'casteeltjens' bouwen en wel 'uyt de
ghemeyne middelen' voor zijn vrienden Beckerlijn en Coppetijn de eerste
kreeg 'De Moriaan' en de tweede 'De Roodenburg' ze stonden elk op een hoek
van de latere Marktstraat.
De Lakenmarkt
Een bekend schilderij van de Lakenmarkt, dat
vermoedelijk omstreeks 1530 is gemaakt in opdracht van het gilde van de
lakenkooplieden. Hun patroonheilige, Sint Franciscus is zelfs tweemaal
afgebeeld: op de voorgrond terwijl hij aan de armen en gebrekkigen de
stoffen uitdeeld, die hij uit de kraam van zijn vader (schuin rechts
daarboven) heeft weggehaald. Rechts van de lakenmarkt is ook de botermarkt
te zien, en op de voorgrond de eiermarkt. De kramen blijken in de loop der
eeuwen nauwelijks veranderd. Links de put op de Markt.
(olieverf op paneel, 126.0 x 67.0 cm)
Noordbrabants Museum, 's-Hertogenbosch |
De boeren uit de Meijerij begonnen met hun
producten naar de stad te komen waar op den duur ieder zijn eigen 'wijk' op
de markt kreeg bleef aanvoer en verkoop oorspronkelijk tot levensmiddelen
beperkt later zou er van alles bij komen kramerijen, aardewerk, potten en
pannen en sinds 1464 toen het gewanthuijs definitief Vleeshuis werd ook
manufacturen. Eén onderbreking is er geweest in 1530 besloot de stedelijke
regering voortaan 'geen cramen of bancken ende geen kerrekens' meer op de
markt toe te laten. De reden is niet bekend maar men is er wel op terug
moeten komen de markt werd in ere hersteld zij bleef verkoopplaats tot op
den huidige dag. Op de plaats van het tegenwoordige V&D gebouw stond
het oudste hotel van ‘s-Hertogenbosch 'De Gouden Leeuw' het was er al in
1483. Het was ook een soort station voor de diligences en had een stal voor
34 paarden dat lijkt heel wat maar als je de aantallen koetsen voor ogen haalt
die vorstelijke personen ‘s-Hertogenbosch bezoeken de meebrachten en dat
gebeurde nogal eens dan was die stal veel te klein.
|
|
V&D en de vroegere De Gouden Leeuw
|
|
Zoals in 1782 toen grootvorst een grootvorstin Paul van
Rusland hier waren die arriveerden met hun gevolg in een stoet van rijtuigen
totaal bespannen met 60 paarden die werden toen ondergebracht in het Keizershof in de Keizerstraat.
Markt 1664
Veel houten huizen op de Markt, althans zeker
de gevels, waren in het midden van de zeventiende eeuw al vervangen door
steen, zoals te zien is op dit schilderij dat een zestal jaren voor de
vervanging van de voorgevel van het stadhuis door de huidige, werd
vervaardigd. De grote 'lantaarn' was bedoeld voor het te kijk zetten van
overspelige vrouwen.
Abraham van Beerstraten
(olieverf op doek)
Gemeente 's-Hertogenbosch
|
|
|
|
|
Foto's
copyright
©
bij groetenuitdenbosch.nl |
|
|